Jaco van den Brink


Onlangs is het Wetsvoorstel Uitbreiding Bestuurlijk Instrumentarium besproken in de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel beoogt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Onderwijsinspectie meer mogelijkheden te geven ...

Onlangs is het Wetsvoorstel Uitbreiding Bestuurlijk Instrumentarium besproken in de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel beoogt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Onderwijsinspectie meer mogelijkheden te geven om snel te kunnen ingrijpen in scholen wanneer er sprake is van wanbeheer. Er zijn met name twee belangrijke wijzigingen toegevoegd die dit eerder ingrijpen mogelijk moeten maken.

Als de onderwijsinspectie namelijk heeft vastgesteld dat van wanbeheer sprake is, dan kan (zo bepaalt de wet nu reeds) de minister een aanwijzing opleggen aan het bestuur. Dat betekent dat de minister een inhoudelijke beleidsopdracht verstrekt die het bestuur moet uitvoeren.

Het wetsvoorstel voorziet in een uitbreiding van het begrip wanbeheer, voor onder meer de volgende categorieën:

De precieze bewoordingen zijn nog onderwerp van politiek debat, op het moment van schrijven van dit bericht.

Een tweede belangrijke uitbreiding betreft de spoedaanwijzing: dat houdt in dat de minister ook zonder dat wanbeheer is vastgesteld, maar als daar wel een vermoeden van bestaat, reeds een tijdelijke aanwijzing kan opleggen als het algemeen belang een snel ingrijpen vereist.

Voor mij – en dat hoor ik van meer onderwijsbesturen – doet het bovenstaande de vraag rijzen om welke redenen deze zware instrumenten nodig zijn, nu de huidige bevoegdheden over het algemeen wel toereikend zijn. Vaak is het ook effectiever op de langere termijn, om de verbeteringen vanuit de school en het bestuur zelf te laten komen. Een rechtsstatelijk risico zit hier ook in de ruime open bewoordingen, waarmee er veel discretie bij het Ministerie en de inspectie komt te liggen.

 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises