Sommige handelingen van een bestuursorgaan zijn een officieel besluit. Andere handelingen zijn alleen feitelijke handelingen. In beide gevallen moet de overheid de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn dus een soort spelregels voor de overheid. De volgende beginselen horen bij deze ‘abbb’: het zorgvuldigheidsbeginsel, het beginsel van een draagkrachtige motivering, het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het beginsel van een evenwichtige belangenafweging en het beginsel van een kenbare motivering. De meeste beginselen staan in de wet. Het vertrouwensbeginsel is ongeschreven recht.
Zorgvuldigheidsbeginsel
Deze beginselen zijn nogal een mond vol. Om ze te verduidelijken, neem ik het voorbeeld van een gemeente. Als u een vergunning heeft aangevraagd, zal het college van B&W de aanvraag zorgvuldig moeten bestuderen. Wat zijn de relevante feiten? Wat zijn de betrokken belangen? Ook het besluitvormingsproces moet zorgvuldig verlopen.
Draagkrachtige motivering en gelijkheidsbeginsel
Als de gemeente vervolgens een besluit neemt, zal dit besluit goed gemotiveerd moeten worden. Ook zal de conclusie van het besluit uit de overwegingen moeten volgen. Bovendien moet de gemeente erop letten dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden en ongelijke gevallen behandeld worden naar de mate van hun ongelijkheid.
Vertrouwensbeginsel
Als vervolgens gedurende de vergunningsaanvraag een bevoegde ambtenaar uitspraken doet over de aanvraag, dan moet u als aanvrager erop kunnen vertrouwen dat het klopt wat die ambtenaar zegt. Dit vertrouwensbeginsel is ongeschreven recht en staat dus niet in de wet. De rechter heeft in heel veel uitspraken dit ongeschreven recht verder verduidelijkt. Uit de uitspraken van de rechter blijkt dat een beroep op het vertrouwensbeginsel niet vaak slaagt.
Kenbare motivering
Zodra de gemeente alle betrokken belangen heeft verzameld, moeten de belangen evenwichtig afgewogen worden. Deze belangenafweging komt met name naar voren in de motivering van het besluit: waaraan hecht de gemeente veel waarde en waaraan minder?
Tot slot moet de motivering van het uiteindelijke besluit niet alleen draagkrachtig zijn. De motivering moet ook kenbaar zijn. Een vage verwijzing naar een beleidsregel kan dus niet. Al klopt het besluit misschien, u als aanvrager moet de mogelijkheid hebben om de motivering ervan te toetsen.
Een gemeente zal goed moeten letten op de ‘abbb’, om draagvlak bij haar burgers te behouden. Dat vraagt niet alleen om een gedegen expertise, maar ook om ‘soft skills’. Een gesprek, een telefoontje of een kort mailtje gedurende het proces betekent veel voor burgers, is mijn ervaring. Geen ivoren torens, maar een handreiking.