Als ouders gaan scheiden, willen kinderen vaak zelf met beide ouders in contact blijven. Soms wil een kind zelf echter structureel niet naar meer naar de andere ouder toe en verliest een kind het contact met die ouder. Dit wordt ook wel oudervervreemding - ook wel ouderverstoting - genoemd.
Wat nu?
Als er sprake is van oudervervreemding, volgt de vraag: wat nu? Hoe kan het contact tussen de ouder en het kind weer hersteld worden? Het is van groot belang dat een kind met beide ouders een goede relatie heeft. De rechtbank Rotterdam heeft zich onlangs over deze vragen gebogen.
De betreffende zaak heeft betrekking op een dertienjarige jongen die zijn moeder niet meer had gezien sinds zijn ouders uit elkaar zijn gegaan. Voor de moeder een moeilijke situatie. Zij wil het contact met haar zoon dan ook graag herstellen en verzoekt de rechter om een zorgregeling vast te stellen.
Twee vormen van oudervervreemding
De rechter stelt voorop dat het op lange termijn zeer schadelijk kan zijn voor een minderjarige om geen goed contact te hebben met één van de ouders.
Vervolgens maakt de rechter onderscheid tussen twee vormen van oudervervreemding. Bij de eerste vorm komt de weerstand die de minderjarige voelt uit de minderjarige zelf. Dit komt voor in gevallen waarin er daadwerkelijk iets ingrijpend is gebeurd tussen de minderjarige en de ouder.
De tweede vorm van oudervervreemding is 'splitting'. Dit houdt in dat een kind een copingmechanisme gebruikt om te rechtvaardigen dat hij een ouder verliest. Het kind maakt een splitsing tussen zijn ouders en kiest er duidelijk één. Door de kant te kiezen van de ouder bij wie hij opgroeit, probeert het kind zichzelf (en zijn opvoedomgeving) te bescherming. Hierbij ziet de minderjarige de andere ouder enkel in zwart-wittermen, als goed of slecht. Deze afweerstrategie kan op latere leeftijd ernstige schade tot gevolg hebben. Zo loopt een kind een reëel risico dat hij in de toekomst niet of met veel moeite in staat is om relaties aan te gaan of in stand te houden.
Contact hervatten
De rechter houdt het bovenstaande voor aan de vader. De vader geeft aan dat hij hoopt dat het contact tussen de minderjarige en de moeder wordt hersteld. Echter, hoe moet dit contact vormgegeven worden? De rechter geeft de volgende oplossing: in overleg met de ouders bepaalt hij dat de jongen op korte termijn minstens drie keer een gesprek heeft op het kantoor van het wijkteam, waarvan tenminste twee gesprekken zullen zijn met zijn moeder en zonder zijn vader. De jongen mag tijdens deze gesprekken vertellen wat hem dwars zit en waarom hij boos is op zijn moeder. Dit leidt hopelijk tot (het begin van) herstel van het contact.
Het kan echter ook zo zijn dat de gesprekken niet mogen baten. De rechter benadrukt dat de moeder in dat geval een nieuwe procedure kan starten. Er zal dan opnieuw bekeken worden wat nodig is om het contact te herstellen.
Signalen
Het is van belang om goed op te letten of er signalen zijn die duiden op oudervervreemding. Als deze signalen opgevangen worden, is het goed om, voor zover mogelijk, het gesprek met elkaar aan te gaan, zo nodig onder begeleiding van hulpverleners. Oudervervreemding kan immers (ook op latere leeftijd) veel gevolgen hebben.