Na haar echtscheiding maakt Anna veel advocaatkosten om ervoor te zorgen dat zij partneralimentatie van haar ex-echtgenoot Barend ontvangt, maar zij slaagt daar niet in. De vraag is: zijn de advocaatkosten die Anna maakte aftrekbaar? Het antwoord op deze vraag is te vinden in wetgeving en jurisprudentie.
Wetgeving
In de Wet Inkomstenbelasting 2001 is in artikel 3.108 het volgende te lezen: “Aftrekbare kosten van uitkeringen en verstrekkingen zijn de daarop drukkende kosten voorzover zij zijn gemaakt tot verwerving, inning en behoud van die uitkeringen en verstrekkingen. De kosten kunnen in mindering worden gebracht voor zover zij in hun totale omvang niet overtreffen wat gebruikelijk is.”
Over welke ‘uitkeringen en verstrekkingen’ gaat het in dit artikel? Dat blijkt uit artikel 3.101 lid 1 sub b van de Wet IB 2001: het gaat om de uitkeringen en verstrekkingen die “worden ontvangen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting, tenzij de uitkeringen of verstrekkingen worden ontvangen van bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn.”
Duidelijk is, dat partneralimentatie onder deze formulering valt. Op basis van deze wetgeving zou je de conclusie kunnen trekken dat alle kosten die gemaakt worden tot verwerving, inning en behoud van partneralimentatie aftrekbaar zijn. Dat is echter niet het geval. Uit de lijn die in de jurisprudentie is ontwikkeld, blijkt onder welke omstandigheden dit wel en niet het geval is.
Jurisprudentie
In de uitspraak van het Hof Den Bosch van 11 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:720 ging het om de aftrekbaarheid van gemaakte advocaatkosten.
Het Hof komt tot de conclusie dat advocaatkosten, wanneer het verzoek om partneralimentatie niet slaagt, alleen onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar zijn. Als het verzoek om partneralimentatie niet slaagt, zijn de advocaatkosten alleen aftrekbaar als er, toen het verzoek werd gedaan, een redelijke kans was dat er partneralimentatie zou kunnen worden verkregen.
Hierover werd het volgende overwogen in rechtsoverweging 4.6: “De omstandigheid dat iemand (in theorie) aanspraak op alimentatie zou kunnen maken, is dus onvoldoende om het bestaan van een alimentatievordering aan te nemen. Op basis van de verklaring van de advocaat (zie 2.8) lijkt het tegendeel aannemelijker. Uit die verklaring blijkt dat belanghebbende met de advocaat de mogelijkheden heeft besproken om een (nieuwe) procedure te starten om aanspraak te maken op alimentatie, maar dat die procedure vervolgens niet meer is gestart. Die verklaring geeft er dus geen blijk van dat belanghebbende alimentatie heeft gevorderd van zijn ex-echtgenote.”
Het Hof trekt hieruit de volgende conclusie in ro. 4.7: “Nu niet aannemelijk is dat belanghebbende alimentatie heeft gevorderd van zijn ex-echtgenote, kan niet worden geoordeeld dat de advocaatkosten zijn gemaakt “tot verwerving, inning en behoud” van alimentatie. In dat geval zijn advocaatkosten niet op grond van artikel 3.108 Wet IB 2001 aftrekbaar. Ten overvloede merkt het hof op dat de advocaatkosten ook niet als onderhoudsverplichting in de zin van artikel 6.3, lid 1, aanhef en letter d, Wet IB 2001 zijn aan te merken en afdeling 6.2 van de Wet IB 2001 ook anderszins geen mogelijkheid biedt de advocaatkosten ter zake van onderhoudsverplichtingen in aftrek te brengen.”
Uit de uitspraak van het Hof Den Haag van 22 maart 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:514 volgt in rechtsoverweging 5.3 dat er sprake moet zijn van een alimentatievordering met een ‘objectieve verwachting dat er enig inkomen in de vorm van alimentatie van de ex-echtgenoot zou kunnen worden ontvangen’. Is die objectieve verwachting aannemelijk, dan zijn de advocaatkosten aftrekbaar.
Conclusie en tips
Hierboven is duidelijk geworden dat advocaatkosten die gemaakt zijn voor de verwerving, inning of het behoud van partneralimentatie niet in alle gevallen aftrekbaar zijn. In onze casus is de cruciale vraag dan ook, of in de situatie van Anna objectief gezien in de procedure sprake is van een redelijke kans van slagen om ook daadwerkelijk partneralimentatie van Barend te ontvangen.
Voor alle duidelijkheid: advocaatkosten die gemaakt zijn voor de verkrijging, inning of het behoud van kinderalimentatie zijn niet aftrekbaar. Dat komt omdat kinderalimentatie op grond van de wet niet wordt gezien als inkomen.
Verder nog een belangrijke tip als het gaat om advocaatkosten: vraag je advocaat altijd om een duidelijke specificatie van de gemaakte kosten, zodat je kunt aantonen met welk doel de kosten zijn gemaakt.