Natasja Barské-Gelling
Natasja Barské-Gelling
De constatering dat je huwelijk definitief voorbij is doet pijn. Een scheiding is een moeilijke beslissing. Naast dat het emotioneel moeilijk is, moeten er ook financieel allerlei beslissingen worden genomen.
Als je samen kinderen hebt gekregen dan zullen er afspraken over de kinderen moeten worden gemaakt. Juridisch gezien betekent dit dat er een zogeheten ouderschapsplan wordt opgesteld. Hierin worden alle afspraken vastgelegd. Bij het opstellen van zo'n plan komen veel zaken aan de orde. De belangrijkste vier onderdelen zijn:
Je houdt samen gezag over de kinderen.
Waar gaan de kinderen wonen?
Wanneer zijn ze bij de andere ouder?
Hoe verdeel je de kosten?
Gelukkig lukt het vaak om tot goede afspraken te komen. Zeker als de verhouding en communicatie goed is, wordt ook met regelmaat een zogeheten co-ouderschapsregeling afgesproken. Dit komt er veelal op neer dat de kinderen een week bij de één en daarna een week bij de ander zijn.
Zo ook bij Mark en Jolanda. Zij zijn gescheiden en hebben twee kinderen, voor wie ze om beurten een week zorgen. Geruime tijd loopt dit goed. De tijd verstrijkt. Na een tijdje komt er een nieuwe partner in het leven van Jolanda. Zij start voorzichtig een nieuwe relatie. Maar wat blijkt? Hij woont niet echt naast de deur. Hij woont 80 km verderop. Zelf is hij ook gescheiden en heeft hij ook de zorg voor twee kinderen. Hoe nu verder?
Op enig moment komt Jolanda op het punt dat ze met haar nieuwe partner onder één dak wil gaan wonen. Maar waar dan? De nieuwe partner woont 80 kilometer verder en kan niet bij haar komen wonen. Jolanda zal dus moeten verhuizen. En daar begint nu vaak de discussie. Want zo'n verhuizing, daar is Mark niet blij mee. Er is immers een co-ouderschap. En dat is alleen werkbaar als Jolanda bij hem in de buurt blijft wonen. Mark kan hier niet mee instemmen. Dit betekent dat Jolanda, als zij blijft bij haar voornemen, de rechtbank om toestemming moet vragen.
Hierover is al vaak geprocedeerd. De rechter kijkt daarbij onder andere naar de volgende aspecten:
de noodzaak om te verhuizen;
de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
de verdeling van de zorgtaken;
de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving.
Dit zijn niet de enige criteria, maar wel enkele belangrijke. Mijn conclusie uit de diverse uitspraken van rechters is dat als sprake is van een co-ouderschap een verzoek om met de kinderen te mogen verhuizen niet snel zal worden toegewezen. Er moeten echt een objectieve noodzaak zijn om te verhuizen. Hiervan is geen sprake in het geval van Mark en Jolanda.
Een verhuizing wordt veelal gezien als een ingrijpende ervaring voor kinderen, zeker als kinderen al heel lang ergens wonen, daar naar school gaan en daar hun sociale contacten hebben. Bij een verhuizing worden zij dan weggehaald uit een stabiele en vertrouwde omgeving. Die veranderingen acht de rechter veelal niet in het belang van kinderen.
Hoe begrijpelijk de wens van Jolanda dus ook is, de kans dat zij mag verhuizen is klein. Het zou goed zijn om daar al over na te denken bij de scheiding en bij het opstellen van het ouderschapsplan. Vaak speelt de wens om te verhuizen dan niet, waardoor daar ook niet zo over nagedacht worden. Van belang is in ieder geval om te realiseren dat als een co-ouderschapsregeling wordt afgesproken, dit min of meer betekent dat ex-partners zolang de kinderen thuis wonen bij elkaar in de buurt moeten blijven wonen.
De echtscheidingslijn van BVD advocaten is tot 21.00 uur ’s avonds bereikbaar via (0318) 531 799, uitgezonder vrijdagavond en in het weekend. Ook afspraken – bij u thuis of op kantoor – zijn in de avond mogelijk.