Recent is een belangrijke wet aangenomen door de Eerste Kamer. Het gaat om de Wet open overheid (Woo). Deze wet gaat over openbaarheid van stukken van overheden.
Recent is een belangrijke wet aangenomen door de Eerste Kamer. Het gaat om de Wet open overheid (Woo). Deze wet gaat over openbaarheid van stukken van overheden.
Recent is een belangrijke wet aangenomen door de Eerste Kamer. Het gaat om de Wet open overheid (Woo). Deze wet gaat over openbaarheid van stukken van overheden. Op dit moment kennen we daarvoor de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Met enige regelmaat is in de krant te lezen over zogenaamde ‘Wob-verzoeken’ die worden ingediend. ‘Wobben’ is inmiddels haast een werkwoord geworden, waarmee gedoeld wordt op het opvragen van informatie bij overheden.
Om transparantie te bevorderen, is in 2016 het wetsvoorstel Woo aangenomen. Zodra de Woo in werking treedt, vervalt de Wob. De verwachte inwerkingtreding zal 1 juni 2022 zijn. Het wordt daarom tijd om de Woo eens onder de loep te nemen.
Artikel 1 van de Woo laat meteen het doel van de Woo zien: “Een ieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen (…).” Dit is een behoorlijke verduidelijking ten opzichte van de Wob. In artikel 3 van de Wob staat dat iedereen een verzoek om informatie kan doen, zonder dat hij of zij daar een specifiek belang bij heeft.
De Wob gaat ervan uit dat informatie beschikbaar is zodra een verzoek is ingediend. Uit artikel 1 van de Woo blijkt duidelijk dat de Woo een andere route inslaat: iedereen heeft recht op toegang. Om dat verder kracht bij te zetten, staat in de Woo de verplichting tot actieve openbaarmaking van overheidsinformatie. Oftewel: sommige informatie moet gedeeld worden zonder dat daar een specifiek verzoek voor is ingediend.
De categorieën waarvoor deze actieve openbaarmaking geldt, zijn de volgende:
Wet- en regelgeving;
Organisatiegegevens;
Raadsstukken;
Bestuursstukken;
Stukken van adviescolleges;
Convenanten;
Jaarplannen en -verslagen;
Wob/Woo-verzoeken;
Onderzoeken;
Beschikkingen (met uitzondering van uiteenlopende soorten beschikkingen);
Klachten.
De reikwijdte van de Woo is breder dan de reikwijdte van de Wob. De Wob geeft in artikel 1a aan op welke bestuursorganen de wet van toepassing is. In artikel 2.2 van de Woo staat dat de wet van toepassing is op bestuursorganen én op andere overheidsinstanties, zoals de Kamers, de verenigde vergadering van de Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman. In artikel 2.3 staan regels voor de openbaarheid van gegevens in de semi-publieke sector.
Valt informatie niet onder een van de actief openbaar te maken categorieën, dan kan een verzoek om informatie worden ingediend, net zoals het huidige systeem onder de Wob. Aan de inhoudelijke beoordeling verandert weinig. De weigeringsgronden voor openbaarmaking zijn nagenoeg hetzelfde gebleven, zowel de absolute als de relatieve weigeringsgronden.
Een opmerkelijke verschuiving is de informatie betreffende bedrijfs- en fabricagegegevens. Onder de Wob valt deze informatie onder de absolute weigeringsgrond: deze informatie wordt niet openbaar gemaakt. Onder de Woo valt deze informatie onder de relatieve weigeringsgronden: deze informatie wordt niet openbaar gemaakt als dat belang groter is dan het belang van openbaarheid van de informatie. Daarin zit dus een afwegingsruimte.
Een andere opmerkelijke verandering is de verschuiving van de huidige ruim geformuleerde relatieve weigeringsgrond over onevenredige bevoordeling of benadeling. Onder de Wob is deze relatieve weigeringsgrond een soort restcategorie. Onder de Woo wordt deze grond niet meer als relatieve weigeringsgrond opgenomen. Deze grond staat in een apart lid (artikel 5.1 lid 5), met daarbij vermeld dat toepassing plaatsvindt in “uitzonderlijke gevallen”. Onevenredige bevoordeling of benadeling is dus niet langer een (veelgebruikte) restcategorie, maar kan nog slechts in uitzonderlijke gevallen gebruikt worden.
Al met al gaat er met name voor (semi-)overheidsinstanties het een en ander veranderen als het gaat om de informatievoorziening. Vooral de plicht tot het actief openbaar maken van informatie zal meer werk op gaan leveren. Voor burgers, bedrijven, journalisten of anderen die inzicht willen krijgen in overheidsinformatie verandert er minder, al zal iedereen moeten wennen aan nieuwe termen. Vanaf 1 juni 2022 dienen we geen Wob-verzoeken meer in en gaan we ‘Woo-en’ in plaats van ‘Wobben’. Klinkt toch minder goed.