In 2015 hadden 140 Barneveldse kinderen en jongeren te maken met een kinderbeschermingsmaatregel. 55 kinderen stonden onder toezicht en 85 kinderen stonden onder voogdij. Dit is redelijk vergelijkbaar met het landelijke beeld. U kunt deze cijfers zelf inzien op www.barneveld.incijfers.nl. Hoe wordt zo’n beslissing tot een kinderbeschermingsmaatregel in de praktijk genomen? Hieronder sta ik stil bij de beslissing om zeer jonge kinderen uit huis te plaatsen.

Wat houden kinderbeschermingsmaatregelen in

Een ondertoezichtstelling houdt in dat ouders verplichte hulp moeten accepteren bij de opvoeding van hun kind. Meestal blijft een kind tijdens een ondertoezichtstelling thuis wonen, maar soms wordt een kind uit huis geplaatst in een pleeggezin of een tehuis. Voogdij gaat een stap verder en betekent dat ouders hun gezag ontnomen is, het kind niet langer thuis woont en dat het kind onder voogdij staat van een natuurlijke voogd (bijvoorbeeld opa en oma) of van een gecertificeerde instelling.

Strenge jurisprudentie over het uit huis plaatsen van baby’s

Soms komt het voor dat kinderen direct na de geboorte uit huis geplaatst worden. Het gaat dan om heel trieste, persoonlijke drama’s, dat zal duidelijk zijn. Volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is uiterste terughoudendheid geboden bij beslissingen over uithuisplaatsingen van baby’s. Immers ontneem je de ouders en het kind de mogelijkheid om tijdens het belangrijke eerste babyjaar een familieband met elkaar op te bouwen. De kans wordt steeds kleiner dat het kind weer thuisgeplaatst zal worden.

Direct na de geboorte in een pleeggezin

Begin augustus van dit jaar heeft het gerechtshof in Den Haag de uithuisplaatsing van een jong kind beoordeeld. In deze zaak was de moeder van de baby het niet eens met de beslissing van de rechtbank. Moeder had na de geboorte in juni 2015 zelf toestemming gegeven om haar zoontje in een crisispleeggezin te plaatsen. Maar na drie maanden werd haar niet langer de keuze gelaten: haar zoon werd gedwongen uit huis geplaatst en ditmaal in een perspectief biedend pleeggezin. Dat wil zeggen dat het uitgangspunt is dat het kind in dat gezin zijn perspectief heeft en daar zal opgroeien. Moeder mocht haar zoon maar heel weinig zien: eenmaal per drie weken een uur en onder begeleiding. De gezinscoaches die deze contactmomenten begeleidden, concludeerden dat moeder niet alleen voor haar zoon zal kunnen zorgen. Wie de details van de zaak leest, kan de zorgen van professionals op zich wel begrijpen. Moeder kampt met een alcoholverslaving en lijkt een persoonlijkheidsstoornis te hebben. Maar moeder vindt dat zij geen eerlijke kans heeft gekregen om te laten zien dat zij voor haar zoon kan zorgen. De contactmomenten met haar zoon zijn spaarzaam en moeder wordt heel gespannen van het toezicht dat er altijd is.

Moeder wordt in het gelijk gesteld

Het onderbuikgevoel van de hulpverleners blijkt nooit met gedegen onderzoek onderbouwd te zijn, integendeel, onderzoek wijst uit dat moeder geen persoonlijkheidsstoornis heeft. Het hof stelt moeder in het gelijk en geeft de hulpverlening maar ook de Raad voor de Kinderbescherming een stevige tik op de vingers. De beslissing over de toekomst van een jong kind moet altijd gebaseerd zijn op deugdelijk diagnostisch onderzoek en niet slechts op vermoedens van hulpverleners. Wat het hof betreft staat nog helemaal niet vast dat de zoon nooit bij zijn moeder zal kunnen wonen. Het is nodig dat de band tussen moeder en zoon zoveel mogelijk gestimuleerd blijft. Daarom beslist het hof dat de contactregeling moet worden uitgebreid naar twee uur per week. Wat ook nog eens meespeelt in de afweging van het hof is dat moeder na de geboorte zelf heeft ingezien dat zij op dat moment niet voor haar zoon kon zorgen en hem vrijwillig in een pleeggezin heeft laten plaatsen. Daarmee laat moeder zien dat het belang van haar zoon voor haar het zwaarst weegt, hoe moeilijk ook.

De regels van het spel

Deze uitspraak van het hof laat zien wat de regels van het spel zijn. Omdat het om zulke grote belangen voor zowel moeder als kind gaat, moeten beslissingen gebaseerd zijn op meer dan ‘vermoedens’. Hoe goed bedoeld ook, dergelijke vermoedens kunnen tunnelvisie en selffulfilling prophecy in de hand werken en daarvoor zijn kinderbeschermingsmaatregelen veel te ingrijpend.

Deze column is ook geplaatst in de Barneveldse Krant, in de rubriek Recht om de hoek.

Deel dit artikel

Expertises