Anje Slootweg
Het kan niemand ontgaan zijn: de woningmarkt is momenteel zeer problematisch; er zijn eenvoudigweg te weinig woningen beschikbaar. Daardoor rijzen zowel huurprijzen als koopprijzen de pan uit.
Anje Slootweg
Het kan niemand ontgaan zijn: de woningmarkt is momenteel zeer problematisch; er zijn eenvoudigweg te weinig woningen beschikbaar. Daardoor rijzen zowel huurprijzen als koopprijzen de pan uit.
Het kan niemand ontgaan zijn: de woningmarkt is momenteel zeer problematisch; er zijn eenvoudigweg te weinig woningen beschikbaar. Daardoor rijzen zowel huurprijzen als koopprijzen de pan uit. Ook in de echtscheidingspraktijk lopen cliënten hier tegen aan. Ze willen uit elkaar, maar er is geen tweede huis te vinden dat te betalen is. Urgentieverklaringen worden nog maar zelden afgegeven en als ze worden afgegeven, leiden ze vaak tot niets omdat er geen huizen zijn.
Door de problemen op de woningmarkt wordt er tegenwoordig vaker geprocedeerd over woningen. Stel dat twee mensen samen een koopwoning hebben. De man zit in de woning, de vrouw woont elders. De vrouw wil dat de woning wordt verkocht, zodat zij kan beschikken over haar deel van de overwaarde. De man wil juist in de woning blijven wonen en de verkoop zolang mogelijk uitstellen. Hij kan de woning niet overnemen, maar wil zo laat mogelijk verhuizen. Over een situatie als deze had de rechtbank Noord-Holland te oordelen
Volgens de wet kan niemand gedwongen worden om in een onverdeeldheid huis te blijven. Dit betekent dus dat deze vrouw in principe kan afdwingen dat de woning wordt verkocht, zodra vast staat dat de man de woning niet kan overnemen. In deze zaak had de man echter uitgebreid onderbouwd dat hij weliswaar nu de woning niet kan overnemen, maar over drie jaar wel. Hij is sinds kort zelfstandig ondernemer en kan daardoor nog geen drie jaarrekeningen laten zien aan de hypotheekverstrekker. Hij onderbouwt dat hij inmiddels een goed inkomen heeft en, als de vrouw maar even geduld heeft, hij de woning met gemak zal kunnen overnemen. De man beroept zich op een artikel in de wet (3:178 BW). Daarin staat dat, wanneer de belangen van de man bij onverdeeldheid zwaarder wegen dan de belangen van de vrouw bij verdelen, de rechter verdeling kan uitsluiten tot maximaal drie jaar.
De rechter volgt deze wens van de man. Dat is best opvallend. Meestal maken rechters korte metten met verzoeken om uitstel en vallen ze terug op de hoofdregel: scheiden betekent verdelen. In dit geval kiest de rechter daar niet voor. Uit de uitspraak blijkt wel dat dit komt doordat de kans aanzienlijk is dat de man over twee jaar wél zal kunnen overnemen. De rechter vindt het te ver gaan dat de man dan vanwege het feit dat hij dit twee jaar te laat rond krijgt, nu zou moeten verhuizen. Daarbij speelt ook een rol dat er bij de man drie jonge kinderen uit een eerdere relatie inwonen en hij heel kort (veel korter dan de vrouw) staat ingeschreven voor een sociale huurwoning, terwijl hij op de particuliere markt niets kan betalen. De vrouw in kwestie zal dus twee jaar op haar geld moeten wachten.
Van belang is te beseffen dat dit echt een uitzonderingssituatie is en blijft. Wat wel vaker voorkomt, is dat een scheidend paar samen afspreekt de woning enkele jaren onverdeeld te laten. Vaak is het dan zo dat een vader het aan de moeder gunt om met de kinderen in de woning te blijven wonen, bijvoorbeeld omdat zij het grootste deel van de zorgtaken voor haar rekening neemt. Dit komt vooral voor in situaties waarin ouders nog on speaking terms zijn en elkaar het beste gunnen. Het heeft immers vaak voor de vader tot consequentie dat hij in die periode nog geen woning kan kopen en is aangewezen op een (vaak bescheiden) huurappartement.
Al met al zorgt de huidige situatie op de woningmarkt voor de nodige hoofdbrekens, ook voor scheidende paren. Dat is niet nieuw. In 2008 was het probleem dat veel huizen onder water stonden vanwege grote hypothecaire schulden. Nu zijn er vaak flinke overwaardes, maar het vinden van een nieuwe woning is een flinke uitdaging.