Planschade is een ingewikkeld fenomeen met veel mitsen en maren. Niet in alle gevallen is er sprake van planschade. Bovendien worden planschadeverzoeken streng getoetst.
Planschade is een ingewikkeld fenomeen met veel mitsen en maren. Niet in alle gevallen is er sprake van planschade. Bovendien worden planschadeverzoeken streng getoetst.
Planschade is een ingewikkeld fenomeen met veel mitsen en maren. Niet in alle gevallen is er sprake van planschade. Bovendien worden planschadeverzoeken streng getoetst. Tot slot komt een deel van de planschade voor eigen rekening en wordt dus doorgaans niet de volledige schade vergoed. Dat stelt overheden voor de vraag hoeveel wél uitgekeerd kan worden als vergoeding voor de geleden schade.
Voor uitkering van planschade moet een wettelijke basis zijn. In de meeste gevallen is die basis te vinden in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het gaat dan bijvoorbeeld om planschade vanwege een nieuw bestemmingsplan of een bepaalde omgevingsvergunning.
Voor specifieke gevallen is in een andere wet een grondslag opgenomen. Dit is onder andere het geval in de Waterwet. De Waterwet reguleert het waterbeheer in Nederland: wat mag wel en niet? Hoe moeten waterschappen te werk gaan? Welke vergunningen zijn nodig?
In de Waterwet is opgenomen dat als je meent schade te ondervinden van waterbeheer, een aanvraag voor vergoeding van die schade ingediend kan worden. Tegelijkertijd is in de Waterwet ook opgenomen dat als sprake is van een planschadevergoeding op basis van de Waterwet, niet ook om een planschadevergoeding op basis van de Wro verzocht kan worden. In sommige gevallen zal dus een keuze gemaakt moeten worden tussen de ene of de andere planschadegrondslag.
Voor deze systematiek is gekozen om het eenvoudiger te maken een planschadevergoeding voor waterbeheer aan te vragen. Zo hoeven burgers (of bedrijven) niet meer én naar de gemeente én naar het waterschap voor een schadevergoeding. De afhandeling van de schade is in dat geval volledig in de handen van de waterbeheerder gelegd. De waterbeheerder is overigens niet altijd een waterschap, maar kan bijvoorbeeld ook Rijkswaterstaat zijn.
Over deze verdeling tussen de Wro en de Waterwet is recent door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan in een zaak tussen twee appellanten en de gemeenteraad van de gemeente Grave. De gemeenteraad had een bestemmingsplan vastgesteld waarin een waterbergingsgebied was opgenomen. Appellanten vreesden voor een hoger waterpeil en vernatting van hun percelen – typisch schade die de waterbeheerder op grond van de Waterwet zou moeten vergoeden. Hun percelen lagen echter buiten het gebied dat was aangewezen als waterbergingsgebied. Zij vroegen zich dus af of zij wel in aanmerking kwamen voor de schaderegeling voor waterbergingsgebieden. En aangezien de schaderegeling uit de Waterwet de schaderegeling op grond van de Wro uitsluit, waren appellanten bang helemaal geen schadevergoeding te kunnen aanvragen.
De Afdeling nam de vrees van appellanten weg door te oordelen dat inderdaad de ene schaderegeling de andere schaderegeling uitsluit, maar dat de schaderegeling onder de Waterwet niet beperkt is tot schade in inundatiegebieden zelf. Ook daarbuiten kan dus een beroep gedaan worden op de schadevergoeding uit de Waterwet. De afwikkeling van de schade was dus voldoende geborgd en het betoog van appellanten slaagde niet.
Let dus op de verschillende schaderegelingen die van toepassing kunnen zijn en de vraag of er samenloop is of niet.