Jaco van den Brink
Eén van de laatste dingen die demissionair minister Slob nog deed, was het publiceren van de Beleidsreactie van het kabinet op het IBO-rapport over onderwijshuisvesting.
Jaco van den Brink
Eén van de laatste dingen die demissionair minister Slob nog deed, was het publiceren van de Beleidsreactie van het kabinet op het IBO-rapport over onderwijshuisvesting.
Eén van de laatste dingen die demissionair minister Slob nog deed, was het publiceren van de Beleidsreactie van het kabinet op het IBO-rapport over onderwijshuisvesting. Het is goed om te zien dat de minister in die reactie de conclusies van het rapport serieus neemt. Erkend wordt in elk geval dat goede huisvesting een basisvoorwaarde is voor goed onderwijs.
De belangrijkste knelpunten van dit moment zijn:
Veel schoolgebouwen zijn verouderd en over het geheel is een grote inhaalslag nodig, zeker als we ook naar de hedendaagse eisen en wensen ten aanzien van gezondheid (ventilatie!) en duurzaamheid kijken.
Doordat verschillende partijen verantwoordelijk zijn voor nieuwbouw (gemeenten) en onderhoud (schoolbesturen), worden onderhoudsinvesteringen of renovatie te weinig gestimuleerd. Daarnaast sluiten budgetten niet altijd aan op de behoeften.
Er zijn onduidelijkheden in de verantwoordelijkheidsverdeling, met name bij renovatie. Daarnaast is de gemeentelijke besluitvormingsprocedure nogal eens ondoorzichtig.
De minister benoemt in zijn brief de volgende wetswijzigingen die al eerder waren aangekondigd. De bedoeling is dat de consultatieversie 'in de eerste maanden van 2022' online komt.
Het investeringsverbod voor PO-besturen wordt opgeheven: voor schoolbesturen is het dan niet meer verboden om een uitbreiding of nieuwbouw deels met eigen publieke middelen te betalen.
Schoolbesturen worden verplicht een meerjarig onderhoudsplan (MJOP) te maken.
Gemeenten worden verplicht elke vier jaar een IHP vast te stellen (in overleg met schoolbesturen).
Renovatie wordt expliciet een taak voor gemeenten.
Voor de langere termijn wekt de minister de indruk dat ook andere aanbevelingen uit het rapport worden omgezet in kabinetsbeleid, maar daarvoor wordt een slag om de arm gehouden. Belangrijkste punten zijn:
Het totale budget voor onderhoud en nieuwbouw gaat naar gemeenten. Dat wordt geoormerkt zodat gemeenten dat niet voor andere uitgaven mogen gebruiken. Gemeenten kunnen vervolgens budgetten doorbetalen aan schoolbesturen voor (klein) onderhoud, conform in het IHP vast te leggen afspraken.
De verouderde gebouwenvoorraad moet worden aangepakt.
Er moet een ‘centrale bouwcatalogus’ komen, met meer éénduidige standaardkwaliteitseisen voor schoolgebouwen.
Er moeten investeringen voor verduurzaming worden gedaan.
Voor het welbevinden en de leermogelijkheden kan een goed gebouw veel betekenen!