Arjan Klaassen
Supermarktondernemers hebben door het coronavirus te maken gehad met meer ziekteverzuim onder personeel dan in andere jaren, blijkt uit cijfers van het CBL.
Arjan Klaassen
Supermarktondernemers hebben door het coronavirus te maken gehad met meer ziekteverzuim onder personeel dan in andere jaren, blijkt uit cijfers van het CBL.
Supermarktondernemers hebben door het coronavirus te maken gehad met meer ziekteverzuim onder personeel dan in andere jaren, blijkt uit cijfers van het CBL. Om die reden doet een ondernemer er goed aan weer scherp te krijgen waarop hij moet letten bij de re-integratie van een zieke werknemer. Een blog van Arjan Klaassen, arbeidsrechtadvocaat bij BVD advocaten.
Een zieke werknemer moet opgeroepen worden voor de bedrijfsarts en de werkgever gaat vervolgens gedurende het re-integratietraject af op de adviezen van de bedrijfsarts. Sinds 2002 worden voor het re-integratietraject de rechten en plichten tussen werkgever en werknemer ingekaderd door de Wet verbetering Poortwachter. Onder de huidige wetgeving adviseert de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer.
Vervolgens toetst UWV achteraf voor de WIA-aanvraag en aan de hand van het re-integratieverslag of het advies van de bedrijfsarts voldoende was en of werkgever niet meer had moeten ondernemen om de werknemer te laten re-integreren.
In meer dan 10% van de gevallen leidt dit er in de praktijk toe dat UWV achteraf wat anders vindt dan de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer: die zou toch meer hebben gekund dan waar in de praktijk op is ingezet. De consequentie daarvan is dan dat de werkgever meer had moeten doen dan in eerste instantie steeds volgde uit de adviezen van de bedrijfsarts. Om die reden wordt uiteindelijk een loonsanctie aan de werkgever opgelegd.
Het argument dat steeds correct is afgegaan op het advies van de bedrijfsarts, zal in die situatie niet helpen: UWV stelt steevast dat de verantwoordelijkheid van de werkgever niet kan worden afgewenteld op diens adviseurs.
Er zijn mogelijkheden om dit risico te verkleinen of de schade te verhalen. Allereerst kunt u de bedrijfsarts vragen om onduidelijke adviezen beter te motiveren. Daarnaast doet u er verstandig aan een eerstejaarsevaluatie te houden met de werknemer en zo nodig het plan van aanpak bij te stellen.
Daarnaast is er de mogelijkheid om een deskundigenoordeel bij UWV aan te vragen: zit ik wel goed met de re-integratie? Weliswaar kost dit 400 euro, maar deze kosten worden ruimschoots goedgemaakt als daarmee een loonsanctie wordt voorkomen.
Heeft UWV toch een loonsanctie opgelegd, dan is het mogelijk om daartegen bezwaar aan te tekenen. Ook kan gedurende de looptijd van een loonsanctie herziening van de loonsanctie worden verzocht als werkgever alsnog voldoet aan de re-integratieverplichtingen. Tenslotte kan ook de bedrijfsarts aansprakelijk worden gehouden voor een onjuist gegeven advies of schending van de geldende richtlijnen; ter zake heeft de bedrijfsarts een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Ondanks bovenstaande mogelijkheden blijft staan dat een advies van de bedrijfsarts dat op een later moment als onjuist kan worden beoordeeld, leidt tot onzekerheid en onbegrip bij veel ondernemers. Zij hebben immers geen inhoudelijke kennis van ziekte en re-integratie, denken er goed aan te doen om het advies van de bedrijfsarts steeds adequaat op te volgen en worden vervolgens toch geconfronteerd met een loonsanctie.
Dit maakt dat werkgevers het soms nauwelijks meer zien zitten om een re-integratietraject op te starten, terwijl nietsdoen evenmin een optie is. De bedrijfsarts mag gelden als professional en als werkgever zou je daar dus blind op moeten kunnen varen.
Het kabinet heeft dit belang nu ook gezien en wil daarom een wijziging in de Wet verbetering Poortwachter aanbrengen. Uitgangspunt is dat vanaf 1 september 2021 het advies van de bedrijfsarts daarom alsnog definitief en leidend is, ook voor de beoordeling van UWV na twee jaar ziekte. Ten aanzien van de belastbaarheid mag de werkgever vanaf 1 september 2021 dus volledig afgaan op het advies van de bedrijfsarts.
UWV zal wel blijven oordelen of werkgever voldoende inspanningen heeft verricht gegeven de belastbaarheid zoals die door de bedrijfsarts is vastgesteld, maar het risico dat een verzekeringsarts bij UWV achteraf ineens heel anders aankijkt tegen de beperkingen van de werknemer is hiermee van de baan.
Dat is winst: het voorkomt risico’s achteraf en veel gedoe en schade om de loonsanctie te repareren. Maar het is nog niet zover: tot september 2021 zal de ondernemer kritisch moeten blijven kijken naar adviezen van de Arbodienst ten aanzien van wat de werknemer kan en niet kan, wil hij op dit vlak achteraf geen formele discussies krijgen.