Anje Slootweg
Het periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden is -gelukkig- een uitstervend verschijnsel. Inmiddels is wel gebleken dat het in de praktijk niet werkt.
Het periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden is -gelukkig- een uitstervend verschijnsel. Inmiddels is wel gebleken dat het in de praktijk niet werkt. Toekomstige echtelieden spreken met elkaar af dat zij het geld dat zij in een kalender jaar bij elkaar hebben gespaard, elk jaar bij helfte delen. In de praktijk gebeurt dat echter niet, waardoor aan het einde van een huwelijk ingewikkelde situaties ontstaan.
Soms is er tijdens het huwelijk een accountant of financieel adviseur betrokken. Als deze ontdekt dat sprake is van een periodiek verrekenbeding, wil hij of zij nog wel eens aanbieden om te begeleiden bij de periodieke verrekening, zodat deze wél wordt uitgevoerd. De bedoeling van deze accountant of financieel adviseur is om op die manier problemen bij een eventueel voortijdig einde aan het huwelijk te voorkomen.
Afwijken van huwelijkse voorwaarden
Deze goedbedoelde advisering is echter niet altijd zonder risico. Dat blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad in 2019 (HR:2019:1292). De financieel adviseur moet bij de uitvoering van het periodiek verrekenbeding namelijk exact blijven binnen de tekst van de huwelijkse voorwaarden. In de uitspraak waarover de Hoge Raad had te oordelen, was dat mis gegaan. De financieel adviseur had een andere definitie gehanteerd van het begrip ‘overgespaard inkomen’ dan in de huwelijkse voorwaarden stond en was daarmee afgeweken van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden.
Sanctie is nietigheid
‘Is dat dan zo’n probleem?’, zou een willekeurige lezer zich kunnen afvragen. Het is toch niet verboden om van huwelijkse voorwaarden af te wijken? Dit ligt echter toch wat complexer. Huwelijkse voorwaarden worden gemaakt via een notariële akte. Ook een wijziging van die huwelijkse voorwaarden dient via een akte plaats te vinden. Een ‘gewoon’ contract dat beoogt om huwelijkse voorwaarden te wijzigen, mist werking. Het is nietig.
Woning alsnog verrekend
Zo had de rechtbank Amsterdam in 2014 (RBAMS:2014:6392) te oordelen over een situatie waarin een echtpaar in de huwelijkse voorwaarden had opgenomen dat de waarde van de woning moest worden verrekend. Vervolgens maakten deze mensen zelf een overeenkomst waarin ze opnamen dat de waarde van de woning bij nader inzien buiten de verrekening zou blijven. Toen zij daadwerkelijk gingen scheiden, beriep één van hen zich op de nietigheid van deze aanvullende overeenkomst. Resultaat: de overeenkomst werd nietig verklaard, de waarde van de woning moest gewoon worden verrekend. Dit echtpaar had de nieuwe afspraak opnieuw in een notariële akte moeten laten vastleggen.
De notaris jaarlijks raadplegen of ‘exit’ periodiek verrekenbeding
Terug naar de financieel adviseur. Wat moet hij doen, wil hij een echtpaar succesvol jaarlijks laten verrekenen, zonder dat één van hen zich achteraf kan beroepen op nietigheid van de jaarlijkse verrekening, omdat deze niet exact strookt met de inhoud van de huwelijkse voorwaarden? Het antwoord is even eenvoudig als waterdicht: de jaarlijkse verrekening wordt vastgelegd in een notariële akte. Dan is zeker dat de jaarlijkse verrekening nooit nietig kan zijn. Uiteraard brengt dit wel jaarlijks notariskosten met zich mee. Wellicht is het vanuit dat perspectief een nog beter advies om het periodiek verrekenbeding uit de huwelijkse voorwaarden te halen via een nieuwe notariële akte en iets anders af te spreken, dat minder arbeidsintensief is in de uitvoering.