Catia Luis Fula


In veel huwelijkse voorwaarden wordt een periodiek verrekenbeding opgenomen. Dit verrekenbeding bepaalt dat het inkomen dat aan het eind van het jaar niet is uitgegeven, jaarlijks alsnog tussen partijen wordt verdeeld.

In veel huwelijkse voorwaarden wordt een periodiek verrekenbeding opgenomen. Dit verrekenbeding bepaalt dat het inkomen dat aan het eind van het jaar niet is uitgegeven, jaarlijks alsnog tussen partijen wordt verdeeld. Om te verrekenen moet er worden vastgesteld hoeveel inkomen er is, hoeveel er is uitgegeven en wat er over is. Om discussies tijdens de verrekening te voorkomen, wordt er vaak keurig een definitie voor ‘inkomen’ opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. Toch zullen ongewenste situaties hiermee niet altijd worden voorkomen.  Een voorbeeld van een discussiepunt is of bedrijfswinsten meegenomen moeten worden bij de verrekening of specifieker: welk deel van de bedrijfswinsten. In een recente uitspraak mag het hof hierover de knoop doorhakken.

Niet uitgekeerde winst

De echtgenoten in kwestie waren gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, die een periodiek verrekenbeding bevatten. Over het laatste jaar van het huwelijk was nog niet verrekend en de vrouw wil dit tijdens de echtscheidingsprocedure doen.  De discussie gaat hier over de vraag of ook de niet-uitgekeerde bedrijfswinsten meegenomen moeten worden bij de verrekening. De man is directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap met een miljoenenomzet. Volgens de vrouw moeten ook de bedrijfswinsten die zijn geboekt onder de balanspost ‘winstreserve’ meegenomen worden. Uit de jaarstukken blijkt immers dat er in deze post bijna € 200.000 is geboekt en er bovendien veel contant geld omgaat in de onderneming. Deze winstreserve is in haar optiek niet meer dan winst, waarvan vrijwillig is gekozen om dit niet uit te keren, zonder dat hier noodzaak toe is. De stukken laten immers zien dat het goed gaat met de onderneming.

Liquiditeitsproblemen

De man licht echter een aantal aspecten toe die een ander beeld van dezelfde onderneming schetsen. De onderneming zou al jaren kampen met liquiditeitsproblemen. Het eerste probleem: er is een enorme schuld aan de bank. Daarnaast bedraagt het eigen vermogen van de onderneming € 73.000, maar bestaat dit hoofdzakelijk uit de vordering van € 100.000 die de onderneming op de man heeft in rekening-courant. Het is nog maar de vraag of deze vordering op de man inbaar is. Het grootste probleem waar de onderneming mee kampt, is misschien nog wel dat de aard van de gevoerde onderneming maakt dat er grote risico’s worden gelopen. Hierdoor zijn er hoge reserves nodig zijn om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.

Het ondernemingsbelang

Het hof zet in zijn uitspraak als eerste de relevante wetgeving uiteen. Voor situaties waarbij een echtgenoot in overwegende mate kan bepalen of winsten van een B.V. aan hem worden uitgekeerd, bepaalt de wet dat er bij periodieke verrekening niet alleen moet worden gekeken naar de daadwerkelijk uitgekeerde winst. Ook niet uitgekeerde winsten moeten meegenomen worden indien dit in het maatschappelijk verkeer als redelijk wordt beschouwd. Hierbij speelt met name het ondernemingsbelang van de vennootschap een grote rol. In sommige gevallen kan het ondernemingsbelang namelijk met zich mee brengen dat winstreserves noodzakelijk zijn, omdat ze dienen als reservering voor investeringen of de dekking van toekomstige bedrijfsrisico’s. Om te bepalen of het in dit geval redelijk zou zijn om de winstreserve uit te laten keren, moet er dus een beoordeling van de financiële positie van de onderneming plaatsvinden.

Het verhaal van de man laat een onderneming zien die al jaren niet kan voldoen aan zijn liquiditeitsbehoefte. Het hof acht dit verhaal van de man aannemelijk, waaruit de conclusie volgt dat de onderneming de winstreserve hard nodig heeft. Het eindoordeel is dus dat de winstreserve niet als inkomen hoeft te worden betrokken bij de verrekening.

‘Opgepotte’ winst wordt niet verrekend

Bovenstaande uitspraak laat zien dat het nog niet zo makkelijk is om bij periodieke verrekening tussen echtgenoten te bepalen wat het inkomen is, vooral wanneer er sprake is van een onderneming. In dit soort gevallen is er een goede financiële beoordeling nodig om te bepalen hoeveel winst een specifieke onderneming kan uitkeren. Zelfs een miljoenenomzet hoeft niet te betekenen dat het goed gaat met een onderneming. Het is echter aan de ondernemer en zijn financieel adviseur om goed te onderbouwen waarom bepaalde winst niet voor uitkering in aanmerking komt. Zonder de goede onderbouwing van de man, was het nog maar de vraag geweest of deze procedure dezelfde uitkomst had gehad.  

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises