Anje Slootweg
Als een stel uit elkaar gaat, komt altijd het onderwerp ‘partneralimentatie’ ter sprake. Vaak is dat een nogal gevoelig onderwerp. Degene die het meest verdient, zegt het vaak zo: ‘zij wil toch scheiden?
Anje Slootweg
Als een stel uit elkaar gaat, komt altijd het onderwerp ‘partneralimentatie’ ter sprake. Vaak is dat een nogal gevoelig onderwerp. Degene die het meest verdient, zegt het vaak zo: ‘zij wil toch scheiden?
Als een stel uit elkaar gaat, komt altijd het onderwerp ‘partneralimentatie’ ter sprake. Vaak is dat een nogal gevoelig onderwerp. Degene die het meest verdient, zegt het vaak zo: ‘zij wil toch scheiden? Waarom moet ik dan betalen?’ Of: ‘ze kan toch ook zelf best meer gaan werken’? En als iemand dan eenmaal partneralimentatie betaalt, zal hij zeer kritisch in de gaten houden of de ander wellicht meer gaat werken of gaat samenwonen. Want dan hoeft hij minder of niets meer te betalen. Omdat partneralimentatie zo’n gevoelig onderwerp is, wordt er veel over geprocedeerd. Twee uitspraken wil ik vandaag met u delen. Ten eerste de oudere man die graag partneralimentatie wil van zijn jongere ex-vrouw die nog werkt en een goed salaris heeft. Ten tweede de man die een privédetective inhuurt omdat hij ervan overtuigd is dat zijn ex-vrouw samenwoont, hoewel zij dit ontkent.
In ons land is het nog steeds zo dat mannen meer werken en verdienen dan vrouwen. Meestal is het dan ook de vrouw die partneralimentatie vraagt en de man die het zou moeten betalen. Uiteraard zijn er ook uitzonderingen op die regel. In augustus jl. had het Gerechtshof in Arnhem te oordelen over een man die partneralimentatie wilde van zijn ex-vrouw.
De man is inmiddels met pensioen, maar zijn pensioen is dusdanig laag dat hij daar niet van kan leven. Hij vraagt partneralimentatie van zijn ex-vrouw, die nog aan het werk is. Deze vrouw wil niet betalen. Zij vindt dat de man ook prima zelf nog wat uren zou kunnen werken om zijn pensioen aan te vullen. De man meldt in de procedure dat hij en zijn ex-vrouw hadden afgesproken dat hij na zijn pensioen niet meer zou hoeven te werken. Hij vindt het onredelijk dat dit nu opeens wel zou moeten. Bovendien heeft hij veel sollicitatiebrieven verstuurd, maar wordt hij nergens aangenomen.
Het Hof is streng voor deze man. Het Hof oordeelt allereerst dat een afspraak om ‘niet meer te hoeven werken na de pensioendatum’ niet persé nog houdbaar is na de scheiding. Een scheiding is in principe een omstandigheid die maakt dat dit soort afspraken die tijdens een huwelijk zijn gemaakt, komen te vervallen.
Verder vindt het Hof dat de man te weinig heeft gedaan om zijn pensioen aan te vullen door aan het werk te blijven. Het Hof vindt het sturen van sollicitatiebrieven te weinig. De man had zijn sollicitaties moeten nabellen om te vragen waarom hij is afgewezen. Hij had een sollicitatietraining moeten doen, een jobcoach moeten inschakelen of zich moeten melden bij een uitzendbureau dat is gespecialiseerd in oudere werknemers. Door dit niet te doen, heeft hij te weinig zijn best gedaan, aldus het Hof.
In het licht van andere uitspraken is het Hof bijzonder streng voor de man. Bij het lezen van deze uitspraak heb ik mij toch afgevraagd of het Hof even streng zou zijn geweest als deze man een vrouw was geweest. Vooralsnog geef ik het Hof maar het voordeel van de twijfel en ga ik ervan uit dat deze uitspraak ‘genderneutraal’ is.
Ook interessant zijn de uitspraken over samenwonen. Je bent verplicht om als ontvanger van alimentatie te melden dat je samenwoont. Als je met een ander samenwoont, vervalt immers je recht op partneralimentatie. Veel ontvangers verzwijgen hun samenwonen echter. Zo ook een vrouw over wie Rechtbank Overijssel recent te oordelen had. Dit verzwijgen kan echter enorme consequenties hebben.
Het ging hier om een vrouw die recht had op een forse partneralimentatie: meer dan € 2.200 bruto per maand. Volgens de wet is sprake van samenwonen als er (1) een duurzame affectieve relatie is, (2) een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd en (3) sprake is van wederzijdse verzorging.
De vrouw waar het hierom ging had een nieuwe vriend, die tevens haar werkgever was. De duurzame relatie stond daarmee vast. Dat de vrouw bij hem op het terrein verbleef, stond wel vast, maar zij beweerde dat zij een jachthut bij hem op het terrein huurde voor € 650 per maand. Er zou dus geen gezamenlijke huishouding worden gevoerd.
De ex-man geloofde hier niets van en schakelde een privé-detective in. Deze detective heeft op 19 dagen in de avond heel laat en in ochtend heel vroeg vastgesteld dat er geen licht brandde in de jachthut en dat de lichten in de woning uit gingen, zonder dat de vrouw daarna naar de jachthut kwam. De rechtbank nam op basis hiervan aan dat sprake was van een gemeenschappelijke huishouding.
Ook wederzijdse verzorging werd aangenomen: zo reed de vrouw privé rond in auto’s van haar nieuwe partner en poetste zij zijn woning.
Conclusie: deze vrouw is ‘de sigaar’. Zij moet een fiks aantal maanden ontvangen alimentatie aan de man terugbetalen. Geluk bij een ongeluk voor haar: de € 10.000 aan recherchekosten hoeft zij niet aan de man te betalen. Er zijn ook uitspraken waarin een vrouw die samenwonen verzwijgt, ook die kosten uiteindelijk voor haar kiezen krijgt.
Kan de conclusie geen andere zijn dan dat je partneralimentatie niet zomaar krijgt. En ook als je recht erop eenmaal is vastgesteld, is het geen rustig bezit. Meer gaan werken of het treffen van een nieuwe partner leidt veelal tot wijziging of nihilstelling van de alimentatie.