Natasja Barské-Gelling
Welke middelen heeft een rechter als het helemaal spaak loopt met de zorgregeling? In een eerdere blog ben ik hier al op ingegaan. In eerste instantie zal het overleg gezocht worden. Ook kan hulp ingezet worden.
Natasja Barské-Gelling
Welke middelen heeft een rechter als het helemaal spaak loopt met de zorgregeling? In een eerdere blog ben ik hier al op ingegaan. In eerste instantie zal het overleg gezocht worden. Ook kan hulp ingezet worden.
Welke middelen heeft een rechter als het helemaal spaak loopt met de zorgregeling?
In een eerdere blog ben ik hier al op ingegaan. In eerste instantie zal het overleg gezocht worden. Ook kan hulp ingezet worden. Als er na diverse procedures strijd blijft, dan is één van de middelen die het gerechtshof heeft het gelasten van een ouderschapsonderzoek. In deze blog zal ik hier wat uitvoeriger bij stilstaan.
Als een ouderschapsonderzoek wordt gelast, dan benoemt het gerechtshof een deskundige. Die deskundige gaat met de ouders in gesprek om zicht te krijgen op de complexe situatie waarin de kinderen en ouders zich bevinden.
Het ouderschapsonderzoek heeft twee doelen, te weten:
bekijken of ouders onder begeleiding van een deskundige alsnog tot overeenstemming kunnen komen dan wel als dat niet lukt;
de rechter informeren zodat de rechter op basis van deze informatie een beslissing kan nemen.
Zoals al aangegeven is het een middel dat niet snel wordt ingezet. Dit wordt vaak pas gedaan als de communicatie tussen ouders al geruime tijd zeer slecht is en andere stappen niet lijken te werken.
Werkt zo’n ouderschapsonderzoek nou in de praktijk? Om dat te kunnen toetsen is eerst van belang om te kijken hoe vaak het ouderschapsonderzoek is gelast. In eerste instantie is sprake geweest van een pilotperiode van 2008-2011. In die periode zijn er 319 ouderschapsonderzoeken gestart. Dit aantal is sindsdien fors gedaald. In de periode 2015 tot eind juni 2017 zijn er 58 ouderschapsonderzoeken gestart [1]. Het middel wordt dus niet erg vaak ingezet.
Uit een universitair onderzoek in 2013 is gebleken dat in ongeveer de helft van de gevallen ouders met behulp van de deskundige deels of geheel tot overeenstemming zijn gekomen. Dit is dus onderzocht in een periode waarin het ouderschapsonderzoek nog relatief vaak werd ingezet.
Raadsheren blijken het ouderschapsonderzoek als uiterst redmiddel in te zetten, in de hoop hiermee de schade voor de kinderen in een vechtscheiding te beperken. Zij doen dit vaak alleen maar als ouders openstaan voor communicatie met de andere ouder en willen proberen om tot een oplossing te komen.
In het ouderschapsonderzoek wordt onderzocht waarom het ouderschap niet functioneert. Daarnaast geeft dit een inkijk in het gedrag van de ouders. Ouders wordt hulp geboden om hun gedragspatronen die schadelijk zijn voor de kinderen te veranderen.
Het voordeel van een ouderschapsonderzoek is dus dat dit inzicht geeft in de oorzaken van het niet functionerend ouderschap. Het deskundigenbericht geeft dus enerzijds informatie aan de rechter. De rechter kan deze informatie meewegen bij het nemen van de beslissing.
Anderzijds is het voor ouders een stok achter de deur om mee te werken aan het zoeken naar een oplossing.
Tevens kan in het ouderschapsonderzoek het kind gehoord worden zonder dat een bijzonder curator benoemd hoeft te worden.
Ondanks deze voordelen wordt het middel beperkt ingezet. Mogelijk heeft dit deels te maken met financiële aspecten. De kosten voor een ouderschapsonderzoek zijn namelijk aanzienlijk. In principe komen deze kosten ten laste van partijen. Als het in het belang van het kind nodig is dat een ouderschapsonderzoek plaatsvindt, heeft het hof de mogelijkheid om die kosten geheel of gedeeltelijk ten laste van het Rijk te brengen als ouders het niet kunnen betalen.
Daarnaast zal mogelijk ook meespelen dat het ouders in veel ouderschapsonderzoeken helaas niet lukt om tot overeenstemming te komen. Vaak heeft het wel enig effect, maar niet voldoende. Wel blijkt het onderzoek – zoals gezegd – van belang te zijn omdat dit informatie vertrekt aan de rechter en de ouders.
De conclusie is derhalve dat het inzetten van een ouderschapsonderzoek een zwaar middel blijft dat alleen in uiterste nood wordt ingezet. Het ouderschapsonderzoek blijkt echter wel van toegevoegde waarde.
[1] Bron: Evaluatie van het ouderschapsonderzoek: een follow-up, Prof. Dr. E.S. Kluwer, Universiteit Utrecht & Radboud Universiteit.