Bertjan Agteresch
Veel overeenkomsten zijn gekoppeld aan een bepaalde of onbepaalde tijd. Gedurende langere tijd moeten dan prestaties worden verricht. Deze overeenkomsten worden duurovereenkomsten genoemd.
Bertjan Agteresch
Veel overeenkomsten zijn gekoppeld aan een bepaalde of onbepaalde tijd. Gedurende langere tijd moeten dan prestaties worden verricht. Deze overeenkomsten worden duurovereenkomsten genoemd.
Veel overeenkomsten zijn gekoppeld aan een bepaalde of onbepaalde tijd. Gedurende langere tijd moeten dan prestaties worden verricht. Deze overeenkomsten worden duurovereenkomsten genoemd. Een belangrijke vraag is of en hoe deze overeenkomsten mogen worden beëindigd als ze voor onbepaalde tijd afgesloten zijn. In een hoogoplopend geschil tussen een Poolse sloepenproducent en een Nederlandse groothandelaar draaide het om deze vraag. In deze blog ga ik in op dit geschil waarin de Rechtbank Noord-Holland uitspraak heeft gedaan.
In 2017 hebben de producent en de groothandelaar een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst viel uiteen in twee delen. In de eerste plaats werden diverse mallen voor zogenaamde Escape-sloepen verkocht aan de producent voor € 35.000,-. In de tweede plaats werden commissieafspraken gemaakt wanneer de producent sloepen zou verkopen. Het idee was dat de producent de sloepen zelf zou produceren en verkopen. Per verkochte sloep zou de groothandelaar een vergoeding krijgen.
In 2018 bleek dat de verkoop van de Escape-sloepen voor de producent tegenviel. Toen heeft de producent de overeenkomst met de groothandelaar met onmiddellijke ingang opgezegd. De mallen heeft de producent daarna verkocht aan Sloepencentrum. Vervolgens is de producent voor Sloepencentrum met de mallen Pieterman-sloepen gaan bouwen. Deze sloepen wijken op belangrijke onderdelen af van de Escape-sloepen.
De groothandelaar voert in de procedure aan dat de overeenkomst onrechtmatig is opgezegd. Hierdoor is de groothandelaar commissie misgelopen. Deze commissie wil zij alsnog betaald krijgen. De groothandelaar wil ook commissie ontvangen over verkochte Pieterman-sloepen.
Allereerst vraagt de Rechtbank zich af of de Nederlandse rechter wel bevoegd is. De partijen komen uit Polen en Nederland. Er zijn tussen partijen geen afspraken gemaakt over welke rechter bevoegd is (een forumkeuze) en welk recht van toepassing is (een rechtskeuze). Dat laat ik nu verder rusten. Wel wijs ik erop dat het in de praktijk beter is wel een forumkeuze en rechtskeuze te maken. Dat scheelt onzekerheid en eventueel het moeten procederen in een ongewenst land.
Daarna oordeelt de Rechtbank dat sprake is van een knip in de overeenkomst. Er is een koopovereenkomst (voor de verkoop van mallen) en een duurovereenkomst (het moeten betalen van commissie over verkochte sloepen). De producent heeft zich niet verbonden tot een productie- of verkoopverplichting. Verder is van belang dat aan de Escape-sloepen geen intellectuele eigendomsrechten zijn verbonden. Er is dus geen model- of merkenrecht. Dit brengt de Rechtbank tot het oordeel dat de commissie was bedoeld om de groothandelaar te compenseren voor de opgebouwde marktpositie voor Escape-sloepen.
Volgens de Rechtbank is sprake van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Uit de rechtspraak blijkt dat zo’n duurovereenkomst waarbij geen opzegtermijn is overeengekomen, in beginsel opzegbaar is. Redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Ook kan redelijkheid en billijkheid leiden tot een verplichte opzegtermijn of een te betalen schadevergoeding. De Rechtbank gaat dat langs:
Er is in dit geval geen zwaarwegende grond voor opzegging vereist. De omstandigheden brengen dat niet mee. De rechter toetst dus niet of zo’n zwaarwegende grond aanwezig was. Wel gaat de Rechtbank de argumenten van de groothandelaar langs. Een argument van de groothandelaar was dat diens investering in de mallen moest worden terugverdiend met de commissie en dat geen eerlijke prijs voor de mallen is ontvangen. Dat beroep gaat niet op, omdat dit nergens uit de overeenkomst blijkt. Ook is niet gebleken dat de koopprijs voor de mallen onder de marktwaarde is geweest.
Verder was geen opzegtermijn vereist. Niet gebleken is dat de groothandelaar tijd nodig had om zijn bedrijfsvoering aan de nieuwe situatie aan te passen. Ook zijn geen lopende orders afgebroken. Verder is niet gebleken dat op korte termijn nieuwe orders te verwachten waren.
Tot slot was ook geen schadevergoeding verschuldigd. De producent heeft geen misbruik van de opzeggingsbevoegdheid gemaakt, waarvoor bijzondere omstandigheden nodig zijn. Niet gebleken is dat de producent door de opzegging de betaling van commissies heeft willen omzeilen. Verder zijn de Pieterman-sloepen niet gelijk te stellen met de Escape-sloepen. Met de mallen van de groothandelaar konden ook andere sloepen worden gemaakt. Als uitgangspunt geldt de vrijheid van handel en bedrijf. Het is niet onrechtmatig om enkel te profiteren of aanhaken bij het bedrijfsdebiet van een ander. De producent mocht dus gebruik gaan maken van de mallen voor de Pieterman-sloepen. Dat dat gevoelig lag, is vanzelfsprekend, maar dat maakt de producent nog niet schadeplichtig.
Deze uitspraak is met name van belang voor de duurovereenkomst. Enkele praktische lessen:
Een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan in beginsel worden beëindigd, ook al is dat niet geregeld. In sommige gevallen moet een opzegtermijn in acht worden genomen of een schadevergoeding worden betaald;
Het is verstandig om na te denken of een eigen beëindigingsregeling in de overeenkomst is gewenst. Dat kan helemaal op maat worden gemaakt;
Als u een duurovereenkomst wilt opzeggen, is het verstandig om een opzegtermijn in acht te nemen, ook al is dat niet geregeld in de overeenkomst. In deze uitspraak ging het zonder opzegtermijn goed, maar het kan zijn dat in een andere kwestie een opzegtermijn wel nodig is. Telkens is het nuttig af te wegen wat voor opzegtermijn redelijk zou zijn.