Leendert Krijgsman
Leendert Krijgsman
Of het nu om de aankoop van een woning, onderneming, auto, of iets anders gaat, er wordt nogal eens de afspraak gemaakt ‘dat het niet doorgaat als de bank niet meewerkt’. En niemand die het raar vindt als een koper voor een bepaalde aankoop een babbeltje moet maken met de bank. Zeker niet in economisch slechte tijden.
Waarschijnlijk dachten ook Jan en Piet niets bijzonders te doen, toen zij een (voorlopige) koopovereenkomst sloten over de koop en verkoop van een heuse motorboot. In de betreffende overeenkomst werd een voorbehoud gemaakt voor “een door koper te beoordelen passende financiering voor de aankoop van het schip” (zie uitspraak). Als Piet een financiering krijgt, gaat de koop door. Als Piet geen financiering krijgt, gaat de koop niet door. Eenvoudiger kan haast niet.
Jan en Piet weten inmiddels beter. Zij hebben er flink over gebakkeleid wat de afspraak nu precies betekende. Dusdanig, dat de Leeuwardense rechter er zich zelfs over heeft gebogen.
Want het maakt nogal verschil of het gemaakte voorbehoud juridisch gezien moet worden als een opschortende voorwaarde, danwel als een ontbindende voorwaarde. De Friese rechter licht dit onderscheid duidelijk toe:
“Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of het in de voorlopige koopovereenkomst opgenomen financieringsvoorbehoud als een opschortende of als een ontbindende voorwaarde moet worden aangemerkt. Indien er sprake is van een opschortende voorwaarde, dan komt de koopovereenkomst pas tot stand indien er een passende financiering verkregen is. Indien er sprake is van een ontbindende voorwaarde, dan is er al wel een koopovereenkomst tot stand gekomen, met dien verstande dat deze nadien door [Piet] kan worden ontbonden, indien er geen passende financiering is verkregen” (rechtsoverweging 5.2 van het vonnis).
Met andere woorden: in geval van een opschortende voorwaarde is er geen overeenkomst zolang Piet geen financiering heeft. In geval van een ontbindende voorwaarde is er direct een overeenkomst, maar moet Piet het tijdig te kennen geven als hij geen passende financiering heeft kunnen verkrijgen.
Zo diep hebben Jan en Piet echter niet nagedacht. Dat is althans het nuchtere oordeel van de rechter:
De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen zich bij het aangaan van de voorlopige koopovereenkomst kennelijk niet hebben gerealiseerd of het financieringsvoorbehoud als een opschortende of een ontbindende voorwaarde moet worden aangemerkt. Het moet er naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter voor gehouden worden dat het financieringsvoorbehoud, mede bezien in het licht van de gehele voorlopige koopovereenkomst, als een ontbindende voorwaarde dient te worden uitgelegd (rechtsoverweging 5.4 van het vonnis).
Dat Jan en Piet zich het verschil tussen een opschortende en een ontbindende voorwaarde niet hebben gerealiseerd, is vooral Piet duur komen te staan. De rechter oordeelde dat er sprake was van een ontbindende voorwaarde. Naar het oordeel van de rechter was er een overeenkomst tot stand gekomen, die Piet - als hij onder de overeenkomst uit had gewild - had moeten ontbinden.
Maar dat had Piet niet gedaan. Aangezien er een rechtsgeldige overeenkomst was gesloten, die nog steeds bestond, werd Piet door de rechter gelast de boot alsnog af te nemen (en te betalen), onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000 per dag dat hij niet aan de veroordeling zou voldoen.
Let dus op bij het maken van voorbehouden. Zorg er niet alleen voor dat uit de gehele overeenkomst duidelijk blijkt of er sprake is van een opschortende danwel van een ontbindende voorwaarde, maar roep ontbindende voorwaarden ook tijdig in als u zich (nog) niet definitief wilt binden. Bij het maken van een voorbehoud wordt nogal eens gedacht dat de overeenkomst nog niet definitief is, en dat er dus geen risico’s aan kleven om overeenkomsten met een (financierings)voorbehoud aan te gaan en te ondertekenen.
Ik denk dat Piet u goed zou kunnen vertellen dat dat een misvatting is.
Alle citaten zijn letterlijk overgenomen, met dien verstande dat de namen zijn gefingeerd.
Garantie en non-conformiteit
Vaak wordt de vraag gesteld hoe lang een koper garantie krijgt op de goede werking van hetgeen hij kocht: een auto, een wasmachine, enzovoort. Er kan een wettelijke regeling van toepassing zijn, als gevolg waarvan uw positie sterker of zwakker is dan u wellicht vermoedt.