Harry Blok


Raar, maar waar! De werkgever kan aansprakelijk zijn voor een arbeidsongeval dat niemand heeft zien gebeuren. Elke keer levert dat, ten onrechte, weer misverstanden op.

Een uitzendkracht is bezig op een bouwproject van een appartementengebouw. Hij verzamelt materialen in een ‘stuttenbak’ die op het dak van het pand staat. Behalve twee medewerkers is verder niemand op de bouwplaats aanwezig. Deze twee zijn bezig met het opbouwen van de constructie van de lift. Plotseling voelt de uitzendkracht een stoot tegen en hevige pijn in zijn rug. Verward door de pijn kan hij zich later niet meer herinneren dan dat er een houten balk achter hem neervalt.

De medewerker strompelt met een dronkenmansgang naar de keet en meldt de voorman dat er iets op zijn rug is gevallen. Hij belt de directeur van het uitzendbureau dat er een balk op zijn rug is gevallen en hij naar ‘zijn’ chiropractor wil. Die stuurt hem direct door naar het ziekenhuis, waar nog dezelfde dag een wervelbreuk wordt vastgesteld. Er wordt geen melding gedaan bij de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie). Er is wel een incidentformulier ingevuld waarin wordt gesproken over een ongeval.

De verzekeraar van de aannemer wijst aansprakelijkheid af op basis van een eenzijdig ‘toedrachtsonderzoek’ van een onderzoeksbureau. Het bureau is van mening dat de toedracht van het ongeval onduidelijk zou zijn. Omdat niemand het ongeval heeft zien gebeuren, weet ook niemand hoe op de plek waar het slachtoffer zich bevond, een balk terecht kon komen. Dat er twee bouwvakkers aanwezig zouden zijn geweest; wat dat zijn geweest, moet de werknemer dan maar aantonen.

De werknemer ziet zich genoodzaakt een voorlopig getuigenverhoor op te starten. Zowel de voorman, de directeur van het uitzendbureau als de vader van het slachtoffer verklaren onder ede dat het slachtoffer heeft gesproken over ‘iets’ dat op zijn rug zou zijn gekomen. Desondanks wordt geen aansprakelijkheid erkend.

De Hoge Raad heeft in 2011 bepaalt dat de bescherming van de werknemer niet alleen zijn veiligheid betreft, maar ook zijn ‘processuele positie’. Als de toedracht van een ongeval niet meer precies kan worden vastgesteld, hoeft het bewijs dat de werknemer levert niet zo sterk te zijn, dat afbreuk zou worden gedaan aan de bescherming waarop hij recht heeft.

De kantonrechter is dan ook snel klaar met het verweer van de verzekeraar. Een eenzijdig toedrachtsonderzoek heeft geen waarde, zeker niet als het slachtoffer zelf niet is gehoord en hij geen commentaar heeft kunnen leveren op de bevindingen en/of verklaringen van anderen. De werkgever heeft wel een incidentformulier ingevuld, maar geen melding gedaan bij de Inspectie SZW. De verklaringen in het getuigenverhoor zijn gunstig voor het slachtoffer.

Wat er precies is gebeurd en wie er verantwoordelijk was of waren voor het rugletsel van dit slachtoffer zal nooit (precies) duidelijk worden. Wel duidelijk is dat de werkgever aansprakelijk is voor de gevolgen van een ongeval dat niemand heeft zien gebeuren.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises