You either hate them or love them; katten. Voor menigeen een trouwe huisgenoot, voor veel anderen een doorn in het oog. In deze blogs gaat het over de aansprakelijkheid voor letselschade die ontstaan is door toedoen van (huis)dieren. Om te beginnen bij katten.
Van wie is die kat?
Een doorn in het oog. Dat laatste zal zeker gelden voor de man die in mei 2015 al fietsend in aanrijding kwam met een kat. Hij viel en brak daarbij zijn borstwervel en linkerbekken. De kat vluchtte weg in de richting van een woning, waaruit – op het hulpgeroep van het slachtoffer – twee bewoners kwamen lopen. Een van hen ontfermde zich eerst over de kat en richtte zich daarna pas op de noodlijdende fietser. Later nam hij de kat mee naar huis. De kat werd met de dierenambulance opgehaald en kreeg – op zijn kosten – een spuitje. Het slachtoffer vermoedde door dit alles dat de kat van de betreffende man was. Dit vermoeden werd bevestigd toen hij op twitter een foto van de kat in de woning van de man tegenkwam. Op facebook stonden lovende berichten over de kat, gepost door meerdere gezinsleden.
Volgens het gezin was de kat een huisvriend, maar geen huisgenoot. Het zou gaan om een zwerfkat, voor wie zij zo nu en dan wat eten achterlieten en die door hen werd verzorgd toen hij ziek was. Er waren voor de kat geen voorzieningen getroffen (zoals een kattenluik of een vakantievoorziening) en zij hebben de kat nooit laten behandelen bij een dierenarts. Getuigenverklaringen van buurtbewoners bevestigen dit.
De Rotterdamse Rechtbank oordeelt op 29 juni 2016 (NJF 2016/383) dat het gezin niet aansprakelijk is voor de schade die bij de fietser is ontstaan door de aanrijding met de kat, aangezien niet is vast komen te staan dat de gezinsleden als houders of bezitters van de kat zijn aan te merken.
Risicoaansprakelijkheid art. 6:179 BW
Waren de gezinsleden wel als bezitters van de kat aangemerkt, dan zouden zij vermoedelijk aansprakelijk zijn geweest voor de schade die het dier had veroorzaakt. Art. 6:169 BW houdt namelijk een risicoaansprakelijkheid voor dieren in; dat betekent dat het enkele feit dat iemand een dier bezit leidt tot aansprakelijkheid in het geval dat dier schade toebrengt. Er hoeft geen sprake te zijn van schuld van de bezitter. Grondslag voor deze risicoaansprakelijkheid is het gevaar dat in de eigen energie van het dier schuilt en het onberekenbare element dat daarin is gelegen. De bezitter van een schadeveroorzakend dier heeft slechts een beperkte mogelijkheid tot verweer.
Kortom, het antwoord op de vraag wie de bezitter van een dier is, is voor beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag van groot belang. Een ander belangrijk aspect in dit verband is dat bezitters elkaar onderling niet aansprakelijk kunnen stellen voor schade die hen door hun eigen dieren is toegebracht. Daarover gaat mijn volgende blog.
Lijdt u schade door toedoen van een dier? Neem dan contact op met de sectie letselschade van ons kantoor (0318 53 17 84). Ook met andere vragen over letselschade, aansprakelijkheid en verzekeringsrecht kunt u bij ons terecht.