Leendert Krijgsman
Leendert Krijgsman
‘Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.’ Deze woorden uit de wet lijken eenvoudig. Maar het valt niet altijd mee om te zeggen of partijen nu wel of geen overeenkomst hebben gesloten. In ieder geval wordt er vaak over gediscussieerd en geprocedeerd.
Volgens de Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, is het antwoord op de vraag of een overeenkomst tot stand is gekomen afhankelijk ‘van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden’. Het valt overigens te bediscussiëren of dit criterium nu zoveel bruikbaarder is dan de hierboven geciteerde wettekst...
In de praktijk wordt er vaak aan voorbijgegaan dat een rechtsverhouding eerder ontstaat dan een overeenkomst, omdat er vanuit gegaan wordt dat iemand ‘vrij man’ is zolang er geen overeenkomst gesloten is. Maar zodra partijen met elkaar in onderhandeling treden (bijv. over de verkoop van een onderneming), ontstaat er een rechtsverhouding. Deze rechtsverhouding wordt beheerst door normen van redelijkheid en billijkheid. Onderhandelende partijen zijn tot op zekere hoogte verplicht rekening te houden met elkaars belangen. Uiteraard mag het eigen belang voorop blijven staan, maar in een onderhandelingsfase kan een situatie ontstaan dat het partijen niet meer vrijstaat om de onderhandelingen af te breken.
Er zijn voorbeelden uit de rechtspraak bekend waarbij partijen die de onderhandelingen afbraken, veroordeeld werden tot het betalen van een vergoeding aan de andere partij. Ook kan een rechter een bevel tot dooronderhandelen opleggen. Uiteraard gebeurt dit niet zomaar, maar het is wel goed te beseffen dat u zich niet altijd risicoloos kunt terugtrekken zolang u uw handtekening nog niet heeft gezet. Als de onderhandelingen over de verkoop van uw onderneming in een ver gevorderd stadium zijn, heeft de potentiële koper waarschijnlijk tijd, moeite en kosten geïnvesteerd. Als u dan volkomen onverwacht zegt dat u van een verkoop afziet, kunt u onder omstandigheden worden veroordeeld tot het vergoeden van de gemaakte kosten. Er zijn zelfs situaties bekend dat de afbrekende partij de volledige schade van de andere partij moest vergoeden. Deze situaties kunnen ontstaan als uw bijna-contractspartner er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er een overeenkomst was of zou komen.
Om dit soort scenario’s te voorkómen kan aan het begin van een onderhandeling een zogenoemde totstandkomingsvoorwaarde worden afgesproken. Als u zich te allen tijde uit een onderhandeling wilt kunnen terugtrekken, kan in een vroeg stadium worden vastgelegd dat geen overeenkomst tot stand komt zolang alle betrokken partijen hun handtekening niet hebben gezet. Daarbij kan ook vastgelegd worden dat zolang die handtekeningen er nog niet zijn, geen van de partijen erop mag vertrouwen dat die handtekeningen er zullen komen. Op deze wijze wordt het risico ingeperkt dat de andere partij u een verwijt kan maken als u van de onderhandelingstafel wegloopt. Zeker bij grote transacties kan dat nare problemen voorkómen.
Bedenk wel: wat u van de ander vraagt, zal de ander ook van u vragen. Als u wilt vastleggen dat de ander er niet op mag vertrouwen dat een overeenkomst tot stand komt zolang de handtekeningen niet zijn gezet, zal uw potentiële contractspartij dat ook van u vragen. Voordelen van het opnemen van een totstandkomingsvoorwaarde zijn dat de voorwaarde duidelijkheid schept en claims voorkomt. Nadeel is dat de voorwaarde ook voor onzekerheid zorgt: de overeenkomst is er pas echt als aan alle formaliteiten is voldaan.