Erhard Koekoek
Soms gaat het er buiten behoorlijk onstuimig aan toe. Een storm met rukwinden zorgt regelmatig voor schade aan daken. In dergelijke gevallen van stormschade aan het dak wordt nogal eens gekeken naar de aannemer.
Erhard Koekoek
Soms gaat het er buiten behoorlijk onstuimig aan toe. Een storm met rukwinden zorgt regelmatig voor schade aan daken. In dergelijke gevallen van stormschade aan het dak wordt nogal eens gekeken naar de aannemer.
Soms gaat het er buiten behoorlijk onstuimig aan toe. Een storm met rukwinden zorgt regelmatig voor schade aan daken. In dergelijke gevallen van stormschade aan het dak wordt nogal eens gekeken naar de aannemer. Want was het dak wel goed gemonteerd? Had het geen gebreken? Vragen die recent aan bod kwamen in een beslissing van de Raad van Arbitrage voor de Bouw.
In die zaak hadden de bewoners in april 2016 hun nieuwe woning opgeleverd gekregen. Nog geen twee jaar later, in januari 2018, waren tijdens een zware storm alle nokvorsten en een groot deel van de dakpannen van het dak gewaaid. De bewoners schakelden een deskundige in en die vond dat de aannemer zijn werk niet goed had gedaan. De dakpannen waren niet goed verankerd, panlatten waren niet goed geplaatst, etc. Het voldeed volgens de deskundige niet aan de ‘redelijke eisen van goed en deugdelijk werk’.
De aannemer was het daar niet mee eens. De aannemer stelde dat hij al heel veel woningen heeft gebouwd en nog bouwt en daarbij nog nooit klachten kreeg over het dak. Ook waren er bij de bouw van de woning geen opmerkingen gemaakt over het dak, terwijl iemand van Woningborg bij een inspectie aanwezig was. En bij de oplevering was er een deskundige van Vereniging Eigen Huis aanwezig. Met andere woorden, niemand had ooit echte klachten gehad, dus het lag niet aan de aannemer, maar aan de storm. Echt inhoudelijk verweer op het deskundigenrapport werd er echter niet gevoerd. De aannemer kwam ook niet met een eigen deskundigenrapport, waarin kritisch tegenonderzoek werd gedaan.
Wat de aannemer nog wel aanvoerde was een beetje een zwak verweer. De bewoners zouden volgens de aannemer niet op de juiste wijze (als goed huisvader) het dak hebben onderhouden. De dakpannen op het nieuwe dak kwamen echter al binnen twee jaar los en ook kon de aannemer niet duidelijk maken welk onderhoud de bewoners hadden moeten plegen om dat te voorkomen. De arbiter ging daar dus ook niet in mee.
De basisoorzaak van het loswaaien van de pannen was volgens de arbiter dus ook de door de deskundige vastgestelde gebrekkige montage van de pannen op het dak. De zware storm is vervolgens slechts de aanleiding voor het van het dak waaien van de pannen. Door de storm is het (verborgen) gebrek aan het licht gekomen.
Opvallend in deze uitspraak is nog dat de bewoners zelf een actie beginnen tegen de aannemer. Normaal gesproken zouden dergelijke zaken verzekeringskwesties zijn. Immers, in nagenoeg alle gevallen van zware storm – en zeker in deze zaak waarin sprake was van windsnelheden van ruim 61 kilometer per uur – dekt de opstalverzekeraar de schade. Opmerkelijk genoeg stelt de aannemer tijdens de zitting ook wel dat de bewoners de schade ook hebben gemeld bij hun opstalverzekeraar. En dat zij nu dus twee keer vergoeding willen. Maar de aannemer verbindt er verder geen rechtsgevolgen aan. Had de aannemer dat wel gedaan, dan was de kans groot geweest dat de gevorderde schadevergoeding wel – terecht – was afgewezen.