In veel exploitatieovereenkomsten of anterieure overeenkomsten tussen een gemeente en een projectontwikkelaar wordt afgesproken: op de gemeente rust een inspanningsverplichting om de benodigde besluiten tijdig te nemen. Bestemmingsplanwijzigingen, vergunningen enzovoorts. Hoe hard is die afspraak? Hierover wees de Hoge Raad op 5 maart 2021 een arrest.
Dit is altijd een inspanningsverbintenis: de gemeente moet zich inspannen, maar kan geen resultaat garanderen. Deze besluiten zijn natuurlijk gebonden aan regelgeving en beleid.
In deze casus voor de Hoge Raad-uitspraak was er afgesproken: ‘De gemeente moet zich inspannen om de vergunningsaanvragen binnen de wettelijke termijnen af te ronden’. Dit was echter niet gebeurd, de gemeente besliste niet binnen de termijnen op de bouwaanvragen.
Is de gemeente dus aansprakelijk voor de gevolgen? De Hoge Raad bepaalt, kort samengevat: nee, voor aansprakelijkheid is meer nodig. Net als bij de standaardjurisprudentie over aansprakelijkheid bij niet tijdig beslissen, geldt dat de gemeente alleen aansprakelijk is als er ook ‘bijkomende omstandigheden’ zijn. Bijvoorbeeld: in dit geval had de projectontwikkelaar rond haar bouwaanvragen ook moeten communiceren richting de gemeente hoezeer een tijdige besluitvorming noodzakelijk was en welke belangen daarmee gemoeid waren. Pas in zo’n geval is het te laat beslissen van de gemeente ook toerekenbaar onzorgvuldig jegens de ontwikkelaar. Het enkele benoemen van een inspanningsverplichting in de overeenkomst is daarvoor dus niet voldoende.
De Hoge Raad geeft dus een duidelijk signaal richting ontwikkelaars: blijf pro-actief communiceren richting de gemeente om de belangen bij het proces in beeld te houden.