Natasja Barské-Gelling
Natasja Barské-Gelling
Soms kan een stiefouder een belangrijke rol in het leven van kinderen hebben. Dit kan bijvoorbeeld doordat een kind binnen het gezin van een ouder en stiefouder wordt verzorgd en opgevoed. De stiefouder draagt dan mede de zorg voor de kinderen. Verder wordt een stiefouder ook alimentatieplichtig voor de kinderen die tot zijn of haar gezin behoren. Al met al heeft de stiefouders dus behoorlijke verantwoordelijkheden. Maar heeft hij ook rechten?
Wat nu als er een procedure volgt tussen bijvoorbeeld de ouders? Mag de stiefouder dan ook zijn mening geven in de zittingszaal? Meestal is dat niet het geval. Als er dus bijvoorbeeld een procedure over alimentatie wordt gevoerd, dan is de stiefouder wel verplicht de financiële stukken in de procedure te overleggen, echter hij mag niet bij de zitting aanwezig zijn.
Hetzelfde geldt als er een procedure tussen ouders loopt over bijvoorbeeld gezag, de vraag waar de kinderen gaan wonen (hun hoofdverblijf) en/of hoe de zorgregeling er uit moet komen te zien. Zelfs als een stiefouder al jaren intensief betrokken is bij de opvoeding van de kinderen wordt hij net in de zittingszaal toegelaten, omdat de stiefouder niet als belanghebbende wordt gezien. Enkel belanghebbenden mogen bij de zitting aanwezig zijn.
Volgens de wet is een belanghebbende “degene op wiens rechten of verplichtingen de zaak rechtstreeks betrekking heeft. Degene die niet de ouder is en de minderjarige op wie de zaak betrekking heeft gedurende tenminste een jaar als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, wordt aangemerkt als belanghebbende”.
Gelet op deze formulering zou je denken dat een stiefouder dus wel belanghebbende is. Meestal wordt deze bepaling echter niet ruim genoeg uitgelegd om ook de stiefouder in de zittingszaal toe te laten. Als het namelijk gaat om beslissingen over bijvoorbeeld gezag en/of omgang dan raakt dit niet rechtstreeks de rechten en verplichtingen van de stiefouder.
In mei 2019 heeft er een procedure plaatsgevonden, waarin het Hof de stiefmoeder wél als belanghebbende heeft aangemerkt. Wat was er aan de hand? Partijen hebben drie kinderen. Alle drie de kinderen zijn onder toezicht gesteld. Al meer dan drie jaar wonen twee van de drie kinderen in het gezin van de vader en stiefmoeder en worden zij door hen verzorgd en opgevoed (in het kader van een uithuisplaatsing). Vader wilde dat de kinderen hun hoofdverblijf bij hem zouden krijgen en dat hij alleen het gezag over de kinderen zou krijgen.
Het feit dat sprake is van verzorging en opvoeding binnen het gezin voor de duur van meer dan een jaar is voor het Hof voldoende om de stiefouder aan te merken als belanghebbende. Het Hof merkt de band tussen de ouders, de kinderen en hun stiefmoeder aan als family life in de zin van artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Ook op basis hiervan meent het Hof dat de stiefouder toegelaten moet worden in de zittingszaal.