Aannemers en onderaannemers krijgen nogal eens voor de voeten geworpen dat ze hun waarschuwingsplicht hebben geschonden. Het verwijt is dan dat de aannemer had moeten waarschuwen voor fouten of gebreken in de plannen, tekeningen of bestekken. Maar hoe zit dat nu precies? Heeft een aannemer altijd een waarschuwingsplicht? En geldt dat ook als de fout zit in het ontwerp of het bestek dat niet de aannemer zijn afkomstig is? Aan de hand van een recent arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch ga ik op deze vragen in.
De zaak ging over de bouw van een appartementencomplex, waarbij lekkage was ontstaan. Volgens de opdrachtgever was de opstand (dorpel) onder de kozijnen verkeerd opgenomen in de werktekeningen van de aannemer. De aannemer had zijn werktekeningen echter gebaseerd op de tekeningen die de opdrachtgever hem had verstrekt.
In hoger beroep werd vastgesteld dat het hier ging om tenminste twee fouten in de tekeningen van de architect. Kortom, het gaat hier om een ontwerpfout in de tekeningen van de architect. De aannemer had natuurlijk geen verantwoordelijkheid voor de tekeningen van de architect. Het is niet aan de aannemer om de tekeningen van de architect te gaan controleren, tenzij dit is afgesproken.
Daarop zei de opdrachtgever dat de aannemer in dat geval dan in ieder geval zijn waarschuwingsplicht had geschonden. De aannemer had volgens de opdrachtgever namelijk moeten controleren of de maatvoeringen en dus de opstanden onder de puien van de appartementen wel voldeden.
Met de nodige goede wil las het gerechtshof hierin een beroep van de opdrachtgever op de wettelijke waarschuwingsplicht (art. 7:754 BW). Daarin staat dat de aannemer bij het uitvoeren van de overeenkomst verplicht is de opdrachtgever te waarschuwen voor fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, etc. De opdrachtgever had echter niet toegelicht waarvoor, op welk moment of naar aanleiding waarvan de aannemer had moeten waarschuwen.
Bovendien geldt dan ook nog wel de eis dat de aannemer deze fout moet kennen of redelijkerwijs behoren te kennen. Daarover had de opdrachtgever echter niets gezegd. Kortom, het gerechtshof was er vervolgens vrij snel klaar mee en oordeelde dat de aannemer dus geen waarschuwingsplicht had geschonden. De vordering van de opdrachtgever werd dan ook – terecht – afgewezen.
Lees ook: