U hebt een ongeval gehad en u hebt daarbij schade opgelopen. Naast materiële schade zoals verlies verdienvermogen, medische kosten, reiskosten of het inschakelen van huishoudelijke hulp, hebt u ook immateriële schade opgelopen.
U hebt een ongeval gehad en u hebt daarbij schade opgelopen. Naast materiële schade zoals verlies verdienvermogen, medische kosten, reiskosten of het inschakelen van huishoudelijke hulp, hebt u ook immateriële schade opgelopen.
U hebt een ongeval gehad en u hebt daarbij schade opgelopen. Naast materiële schade zoals verlies verdienvermogen, medische kosten, reiskosten of het inschakelen van huishoudelijke hulp, hebt u ook immateriële schade opgelopen. Het ongeval heeft namelijk een grote impact gehad op uw dagelijks leven. U vraagt zich af of u ook deze schade vergoed kunt krijgen. In dit blog leg ik u dat graag uit.
Smartengeld is een vergoeding voor pijn, smart en gederfde levensvreugde ten gevolge van een ongeval, medische fout of mishandeling, waarbij een ander aansprakelijk is. Smartengeld is een vergoeding voor uw immateriële schade. Daarnaast hebt u recht op vergoeding van uw materiële schade.
In het navolgende leest u meer over de smartengeldvergoeding als onderdeel van de letselschaderegeling.
De wet bepaalt in art. 6:106 BW wanneer u recht hebt op toekenning van smartengeld. Volgens dit wetsartikel heb u recht op toekenning van smartengeld wanneer een ander aansprakelijk is voor het veroorzaken van uw schade. In dit blog richt ik mij voornamelijk op smartengeld als gevolg van lichamelijk letsel door toedoen van een ander, de reguliere letselschaderegeling. Ander minder voorkomende situaties zijn:
u bent aangetast in uw eer of goede naam;
u bent op andere wijze aangetast in uw persoon;
een ander heeft doelbewust schade bij u aangebracht, of;
de nagedachtenis van een overleden persoon, tot wie u in een nauwe familierelatie staat, is aangetast.
De hoogte van het smartengeld is niet eenvoudig te bepalen. De reden hiervan is dat dit moet worden vastgesteld aan de hand van objectieve factoren. Bij ieder slachtoffer spelen er andere factoren mee bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld. Denk hierbij aan;
de aard van het letsel;
de ernst van het letsel;
de zichtbaarheid van het letsel (zoals littekens);
uw leeftijd;
de mate van (blijvende) klachten en beperkingen;
(de duur van) het genezingsproces;
invloed van het letsel op uw welzijn, thuissituatie, hobby’s, werk, studie, sociale contacten, etc.
de wettelijke rente.
Om handvatten te kunnen bieden bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld, is de ANWB smartengeldgids opgesteld. Deze gids is een bundeling van uitspraken van Nederlandse rechters over de hoogte van het smartengeld in de meest uiteenlopende letselschadezaken. Ieder jaar wordt de smartengeldgids geactualiseerd met de meest recente uitspraken. Om de hoogte van het smartengeld waarop u recht hebt te bepalen, wordt gekeken naar uw persoonlijke situatie. Vervolgens wordt in de smartengeldgids gezocht naar een of meerdere vergelijkbare situaties. Aan de hand daarvan wordt de hoogte van het smartengeld vastgesteld.
Gedurende de schaderegeling wordt er door de aansprakelijke partij in de regel al een voorschot op het smartengeld verstrekt. De definitieve hoogte van het smartengeld kan echter pas worden vastgesteld als er sprake is van een zogenaamde `medische eindtoestand’. Dat houdt in dat uw letsel genezen is of dat er geen verbetering meer mogelijk is. Dit wordt altijd in samenspraak met (medische) deskundigen bepaald.
Belangrijk om te benoemen is dat de smartengeldvergoedingen in Nederland in vergelijking met andere Europese landen niet hoog zijn, en zeker niet te vergelijken zijn met de torenhoge smartengeldbedragen die in de Verenigde Staten worden toegekend. In dit blog leest u daar meer over.
Hieronder bespreek ik een aantal uiteenlopende voorbeelden uit de Smartengeldgids, waaruit blijkt dat de hoogte van het smartengeld heel casuïstisch is:
Voorbeeld 1:
Een man, werkzaam als automonteur is tijdens het uitoefenen van zijn werkzaamheden in zijn arm gebeten door een hond, waardoor hij letsel heeft opgelopen. Op de SEH is een hechting in zijn onderarm geplaatst. Anderhalf jaar na het incident was hij volledig hersteld. De man heeft hierbij (psychische) schade opgelopen, waarvoor een smartengeldvergoeding van € 519,- (geïndexeerd) wordt toegekend. (Rb. Rotterdam 14 november 2019, Smartengeldgids p. 39, nr. 2299)
Voorbeeld 2:
Een vrouw van 61 jaar, werkzaam als schoonmaakster heeft ten gevolge van een verkeersongeval schouderletsel en letsel aan haar rechterknie opgelopen. De klachten aan haar linkerknie zijn blijvend. Hierdoor kan zij niet meer traplopen, is zij beperkt in haar huishoudelijke werkzaamheden en in het uitoefenen van haar hobby (folkloristisch dansen). Door het schouderletsel is er sprake van een verminderde beweeglijkheid van haar linkerarm- en schouder. Vanwege vorengenoemde factoren werd een smartengeldvergoeding van € 5.718,- (geïndexeerd) toegekend. (Rb. Amsterdam 29 maart 2006, Smartengeldgids p. 21, nr. 446)
Voorbeeld 3:
Een vrouw, werkzaam als senior business consultant, heeft een whiplash opgelopen ten gevolge van een achterop aanrijding. Daardoor is er sprake van forse bewegingsbeperkingen van de halswervelkolom en schoudergewrichten. Zij heeft klachten aan haar hoofd nek, problemen met bovenhands tillen, reiken, duwen en trekken, duizeligheidsklachten en lichte concentratie- en geheugenstoornissen. De vrouw is sinds het ongeval beperkt in haar beroepsuitoefening, activiteiten in het dagelijks leven, huishoudelijke taken en hobby’s. Er wordt een smartengeldvergoeding van € 12.600,- (geïndexeerd) toegekend. (Rb. Amsterdam 26 maart 2008, Smartengeldgids p. 122, nr. 469)
Voorbeeld 4:
Een jongen van 17 jaar die in opleiding is tot stukadoor is in een auto, meerijdend met een dronken chauffeur, tegen een paal gereden. De jongen heeft daarbij een hersenschudding, gebroken rechterheup, scheurwond bij het rechteroog en kneuzingen van de rug, neus, nek en rechterknie opgelopen. Hij is vier weken in het ziekenhuis opgenomen geweest en was daarna nog enkele weken onder poliklinische controle. Er zijn neurologische afwijkingen geconstateerd. Er wordt een smartengeldvergoeding van € 52.299,- (geïndexeerd) toegekend. Daarbij wordt rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de jongen en het feit dat hij door de neurologische klachten ernstig beperkt zal zijn in zijn mogelijkheden tot normaal, zelfstandig functioneren. Het toegewezen bedrag wordt wel verminder met 30% in verband met een deel eigen schuld. (Rb. Utrecht 16 augustus 2000, Smartengeldgids 2021 p. 63, nr. 238)
Voorbeeld 5:
Een man van 20 jaar wordt op zijn motor aangereden door een automobilist die hem geen voorrang verleende. Als gevolg van het ongeval heeft hij ernstig en blijvend letsel opgelopen in de vorm van een dwarslaesie. De man is rolstoelafhankelijk en is voor een groot deel afhankelijk van derden. De woning van zijn ouders waar hij woonde, was niet geschikt om aangepast te worden. Hij is duurzaam arbeidsongeschikt voor het verrichten van loonvormende arbeid. Zijn wens om in de beveiliging te werken kan hij dus niet realiseren. De man was voor het ongeval zeer actief en had veel hobby’s. Zijn letsel wordt gekwalificeerd als letsel in de zwaarste categorie, waardoor sprake is van een drastische, onomkeerbare en sterk verlaagde levenskwaliteit. Er werd een smartengeldvergoeding van € 171.131,- (geïndexeerd) toegekend. (Rb. Gelderland 11 december 2018, Smartengeldgids 2021, p. 105, nr. 2310)
In dit blog leest u meer over smartengeld voor naasten. Kort gezegd speelt dit in de volgende situaties:
Sinds 1 januari 2019 is het voor directe naasten van een slachtoffer met ernstig letsel of een overleden slachtoffer ook mogelijk om een schadevergoeding te krijgen. Dit wordt ook wel affectieschade genoemd.
Ook kan een naaste in sommige gevallen recht hebben op shockschade, namelijk wanneer hij direct wordt geconfronteerd met de gevolgen van een ongeval of misdrijf, en daardoor heftig geschokt is met een psychiatrisch ziektebeeld ten gevolge.
Wanneer een slachtoffer overlijdt als gevolg van een aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis en hij heeft aanspraak gemaakt op smartengeld, dan maakt de vordering van het slachtoffer deel uit van de erfenis van de nabestaanden.
Uit de voorgaande voorbeelden blijkt dat de hoogte van het smartengeld uiteenloopt van (een paar) honderd euro tot meer dan € 100.000,- Wij adviseren u daarom om niet zelf uw smartengeld te vast te stellen of dit zonder tussenkomst van een rechtsbijstandverlener met de aansprakelijke partij af te stemmen. Onze letselschadeadvocaten- en juristen zijn gespecialiseerd in het vaststellen van smartengeld en staan u graag bij.