Menig onderneming voert als bedrijfsnaam gewoon de achternaam van de ondernemer. Bijvoorbeeld Bouwbedrijf De Vries, Makelaardij De Vries of Scheepsbouwbedrijf De Vries. Als dat een veel voorkomende achternaam is, kan dat tot problemen leiden.

Menig onderneming voert als bedrijfsnaam gewoon de achternaam van de ondernemer. Bijvoorbeeld Bouwbedrijf De Vries, Makelaardij De Vries of Scheepsbouwbedrijf De Vries. Als dat een veel voorkomende achternaam is, kan dat tot problemen leiden. Ook kan het voorkomen dat het familiebedrijf op een gegeven moment wordt opgesplitst en na verloop van tijd in elkaars vaarwater terecht komt. Hoe moet het als in dit soort gevallen beide ondernemingen nagenoeg dezelfde naam gebruiken? Kun je dan nog wel je eigen achternaam gebruiken?

Wat zegt de wet?

In de Handelsnaamwet wordt een handelsnaam beschermd. Om beschermd te worden moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Het begint ermee dat degene die bescherming verlangt de naam zelf rechtmatig gebruikt. Is die horde genomen dan kan hij alleen optreden tegen degene die dezelfde of een licht afwijkende naam voert, als er bij het publiek verwarringsgevaar is. Daarbij kan een rol spelen dat de ondernemingen vergelijkbare werkzaamheden verrichten en in dezelfde plaats gevestigd zijn.

Het gaat dan om verwarringsgevaar bij het relevante publiek. Dat kan zowel direct als indirect zijn. Direct betekent dat een klant denkt met het ene bedrijf van doen te hebben, maar in werkelijkheid met de ander zaken doet. Dat kan het geval zijn als beide bedrijven dezelfde naam hebben, maar ook bij kleine verschillen “Bouwbedrijf Fa. de Vries” en “Bouwbedrijf De Vries” of “De Vries machineverhuur” en “De Vries rentals”. Er kan ook sprake zijn van indirect verwarringsgevaar. Dat is het geval als een klant wel enig verschil ziet, maar denkt dat beide ondernemingen wel gelieerd zijn, bijvoorbeeld bij “De Vries Tuinaanleg” en “De Vries Tuinonderhoud”.  

Wat kun je tegen een oudere handelsnaam doen?

Wanneer je toch je eigen handelsnaam wilt blijven gebruiken zal je moeten aantonen dat er bij het relevante publiek toch geen verwarringsgevaar is, omdat de aard van de werkzaamheden heel anders is, omdat je publiek bijvoorbeeld heel deskundig is en kleine verschillen wel zullen opmerken, omdat de vestigingsplaats en het werkgebied sterk verschillen, omdat velen in de omgeving dezelfde naam hebben en velen van hen ook een onderneming voeren of omdat je aannemelijk kunt maken dat een klein verschil in de naam doorslaggevend is. Een andere optie is om een (kleine) wijziging door te voeren. Die wijziging moet dan wel iets om het lijf hebben, omdat er sprake kan zijn van nawerking. Dat wil zeggen dat de gekozen vervangende naam onder normale omstandigheden in orde was geweest, maar door de nawerking van de verwarring die heeft geheerst de nieuwe naam onvoldoende afwijkt.

De praktijk

Over handelsnaamconflicten is veel rechtspraak ontstaan in de loop der jaren. Daardoor is redelijk in te schatten wat wel en niet kan of wanneer je een risico loopt. Een mooi voorbeeld is een zaak waarin twee hoveniersbedrijven met elkaar botsen omdat ze in hun naam hun gelijkluidende voor- en achternaam gebruiken. De onderneming met de oudere achternaam eist dat de onderneming met de jongere haar naam wijzigt. Hoewel er enige tijd overheen gaat, geeft de onderneming met de jongere naam gehoor aan dit verzoek door de voor- en achternaam van de ondernemer terug te brengen tot de initialen van de ondernemer gevolgd door “hoveniersbedrijf”. De onderneming met de oudere naam vond dit “too little, too late”, maar de rechter ziet dit anders en ziet voldoende verschil.

Toevoeging voornaam

Een tweede voorbeeld ziet op de situatie dat er iets wordt toegevoegd aan een handelsnaam om het conflict op te lossen. De zaak had betrekking op de scheepsbouwbedrijven Bodewes. Het oorspronkelijk bedrijf was al in de jaren 30 opgedeeld. Vervolgens was een tak ontstaan die zich richtte op zeeschepen en een tak die zich richtte op binnenvaart. Na verloop van tijd besluit het bedrijf dat zich richt op de binnenvaart zijn werkgebied uit te breiden naar zeeschepen. Dat leidt vervolgens tot een conflict in verband met de handelsnaam. De onderneming die zich ook wil gaan richten op de zeevaart biedt uiteindelijk als oplossing om de voornaam van de CEO aan de naam toe te voegen. Die oplossing wordt niet geaccepteerd door de onderneming die zich al sinds jaar en dag richtte op zeeschepen. De rechter ziet dat evenwel anders, mede omdat de CEO enige landelijke bekendheid genoot en het toevoegen van haar voornaam daarom opviel.

Conclusie

Wie een reeds bestaande handelsnaam wil gaan voeren kan dat alleen veilig doen als er geen verwarringsgevaar is te duchten. Is dat gevaar er wel, dan kun je dat voorkomen met bijvoorbeeld een toevoeging aan je naam of een andere voldoende opvallende wijziging. Zo’n wijziging hoeft niet groot te zijn, maar moet wel zichtbaar verschil maken. Vanuit het perspectief van marketing kun je er natuurlijk ook voor kiezen om een heel andere naam te gaan voeren. Je kunt natuurlijk blij en trots zijn op je eigen naam, maar voor het slagen van de onderneming is het ook relevant dat potentiële klanten bij het googelen bij jou uitkomen en niet bij je concurrent.

Deel dit artikel

Expertises