Catia Luis Fula
Het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap is sinds 2009 opgenomen in de wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. De bedoeling was om te stimuleren dat ouders na de scheiding een meer gelijkwaardige rol zouden krijgen bij de opvoeding van hun kind.
Het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap is sinds 2009 opgenomen in de wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. De bedoeling was om te stimuleren dat ouders na de scheiding een meer gelijkwaardige rol zouden krijgen bij de opvoeding van hun kind. De wetgever maakte hierbij duidelijk dat gelijkwaardig ouderschap niet hetzelfde betekende als een fifty-fifty verdeling van de zorg, maar dat dit wel wenselijk was.
Scheidende cliënten die deze term tegenkomen vragen zich af hoe zij dit moeten zien. Waarom zou gelijkwaardigheid tussen ouders geen gelijke verdeling van de zorg betekenen? Wat kunnen zij dan wel van de rechter verwachten in situaties waarin zij het gevoel hebben dat de andere ouder hen niet als gelijkwaardig ouder behandelt? Dit hoop ik met een aantal uitspraken van rechters over gelijkwaardig ouderschap te verduidelijken.
De Hoge Raad aan het woord
Al snel na de wet bevordering voorgezet ouderschap werd aan de Hoge Raad de vraag gesteld of dit betekende dat rechters vaker een co-ouderschapsregeling moesten vaststellen. De Hoge Raad maakte duidelijk dat co-ouderschap vanuit het oogpunt van gelijkwaardig ouderschap uiteraard wenselijk was, maar wanneer ouders hierover van mening verschilden, de rechter het belang van het kind het zwaarste moesten laten wegen. Dit kon ook betekenen dat er géén co-ouderschap zou komen, omdat het belang van het kind om een andere verdeling van de zorg vraagt. Ondanks deze uitleg bleef vaag in welke gevallen er wel ruimte zou zijn om vanuit het beginsel van gelijkwaardigheid te oordelen. Al snel ontstond hier in verscheidene uitspraken van rechters meer duidelijkheid over.
De invulling van gelijkwaardig ouderschap
Zo oordeelde de Hoge Raad in 2013 over de betekenis van gelijkwaardig ouderschap in de situatie dat een ouder met het kind naar het buitenland verhuist, terwijl de andere ouder in Nederland blijft wonen. In een dergelijke situatie betekent gelijkwaardig ouderschap volgens de Hoge Raad dat er een zorgverdeling moet worden vastgesteld die zoveel als mogelijk gelijkwaardig is. Zo zouden vakanties wel bij helfte kunnen worden verdeeld en moeten ouders elkaar wel blijven betrekken bij de opvoeding. Het hof ging in een andere zaak nog net iets verder. Het hof wilde slechts vervangende toestemming verlenen aan de moeder om met het kind naar Spanje te verhuizen als de ouders zouden kunnen aantonen dat zij ook dán gelijkwaardig ouderschap zouden kunnen bereiken. Volgens het hof was dit ook dan goed mogelijk, maar dit moesten ouders eerst laten zien in het ouderschapsplan dat zij zouden overeenkomen.
Hierbij was het met name relevant dat uit de afspraken tussen de ouders blijkt dat zij elkaar zien als gelijkwaardig ouder. Het is belangrijk dat zij met elkaar willen overleggen over belangrijke zaken, elkaar voldoende informeren en het contact tussen het kind en de andere ouder niet wordt belemmerd. In een uitspraak van het hof speelde met name dit laatste punt een rol. Ten aanzien van een geschil over de hoofdverblijfplaats van het kind, oordeelde het hof dat deze zou worden bepaald bij de ouder die het meest waarborgen biedt voor gelijkwaardig ouderschap. In deze zaak betekende dit concreet dat de hoofdverblijfplaats zou worden bepaald bij de ouder die het contact met de andere ouder het minste belemmerde.
Gelijkwaardigheid, maar geen gelijkheid
Er wordt door rechters dus invulling gegeven aan het beginsel van gelijkwaardigheid tussen ouders, maar de Hoge Raad benoemt hierin duidelijk een grens. In een concrete situatie zal moeten worden vastgesteld of een verdeling van de zorg 'bij helfte' het meest het belang van het desbetreffende kind dient. Of een co-ouderschapsregeling zal worden vastgesteld hangt dus mede hier vanaf. Zolang het belang van het kind hier geen reden toe geeft, hoeft gelijkwaardigheid dus niet automatisch gelijkheid te betekenen.