Catia Luis Fula


Ouders die niet meewerken bij een uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling kunnen een doorn in het oog zijn van de hulpverlener die vanuit de gecertificeerde instelling (hierna: GI) betrokken is. De wet geeft de GI gelukkig handvatten voor situaties als deze; de GI kan in het kader van een uithuisplaatsing een schriftelijke aanwijzing geven waarmee bijvoorbeeld de zorgregeling wordt beperkt. Sinds 2015 - het jaar waarin de Wet herziening Kinderbeschermingsmaatregelen werd ingevoerd - kan de GI daarnaast de rechter verzoeken om de zorgregeling te beperken.

Op zichzelf klinken deze twee bevoegdheden van de GI als helder en noodzakelijk. In de praktijk kan het echter onduidelijk zijn wie precies welke bevoegdheid heeft met betrekking tot het beperken van een zorgregeling, zo blijkt uit een reeks recente uitspraken van de rechtbank. Rechters blijken er niet over uit te zijn hoe ver de bevoegdheid van de GI strekt en hoe deze zich verhoudt tot de bevoegdheden van de rechter. De rechter besloot in een recente zaak om zijn vingers niet te branden aan deze kwestie en vroeg de Hoge Raad om verduidelijking.

Een veelzijdige discussie

Eerst terug naar het begin: wat was er precies aan de hand in deze recente zaak? De GI was betrokken bij een gezin waarin de ouders gescheiden leefden en er sprake was van een ondertoezichtstelling. Om de ondertoezichtstelling te bevorderen, besloot de GI door middel van een schriftelijke aanwijzing de zorgregeling die in 2016 door een rechter was vastgesteld te beperken. De vader verzocht de rechtbank vervolgens om deze schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren, omdat hij van mening was dat de GI een zorgregeling die door de rechter is vastgesteld niet mocht wijzigen.

De rechtbank constateert dat rechters sinds 2015 met vraagstukken rondom de bevoegdheden van de GI’s hebben geworsteld, wat tot uiteenlopende uitspraken heeft geleid. De rechtbank besluit daarom de Hoge Raad in dit kader een aantal vragen voor te leggen.

Het bevrijdende antwoord

De eerste vraag van de rechtbank had betrekking op de bevoegdheid van de GI om in het kader van een ondertoezichtstelling een zorgregeling door middel van een schriftelijke aanwijzing te beperken. De Hoge Raad constateert dat uit een eerdere uitspraak uit 2014 blijkt dat de GI onder bepaalde omstandigheden deze bevoegdheid heeft. De Hoge Raad komt echter tot de conclusie dat de situatie is veranderd, aangezien de GI sinds 2015 ook de bevoegdheid heeft om de rechter te verzoeken een zorgregeling te beperken. Toetsing door de rechter verdient volgens de Hoge Raad de voorkeur, aangezien dit meer (rechts)bescherming biedt aan ouders en minderjarigen.

De Hoge Raad spreekt zich ook uit over de verhouding tussen de bevoegdheden van de rechter en de GI wanneer er sprake is van een uithuisplaatsing. De Hoge Raad concludeert uiteindelijk dat de wet de GI niet de bevoegdheid toekent om door middel van een schriftelijke aanwijzing een eerdere beschikking van de rechter inzake een zorgregeling te doorkruisen. De GI dient zich in plaats daarvan tot de kinderrechter te wenden met het verzoek tot wijziging van de zorgregeling.

Wie mag wat?

De Hoge Raad biedt duidelijkheid aan de rechtspraktijk: de GI mag slechts in het geval van een uithuisplaatsing door middel van een schriftelijke aanwijzing een zorgregeling beperken en mag dit bovendien alleen wanneer de bestaande zorgregeling niet door de rechter is vastgesteld. De uitkomst lijkt te zijn dat de rechter de autoriteit blijft wanneer het aankomt op de aanpassing van een zorgregeling tussen de ouders en hun kinderen. Voor een hulpverlener die betrokken is bij een gezin kan dit in het kader van de voortvarendheid van een kinderbeschermingsmaatregel wellicht als frustrerend worden ervaren. Er zit echter ook een andere kant aan: een uithuisplaatsing en een ondertoezichtstelling zijn ingrijpende maatregelen, die wellicht met meer (rechts)bescherming voor de betrokkenen gepaard moeten gaan. Hoe het ook zij, de Hoge Raad geeft kaders aan de bevoegdheid van GI’s wanneer zij het noodzakelijk achten om een zorgregeling aan te passen.  

Lees ook: 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises