Wanneer het slecht gaat met een onderneming kan het lastig worden om alle rekeningen te voldoen. Een van de verplichtingen die steeds terug zal komen en die aardig kan oplopen is de vordering van het bedrijfstakpensioenfonds.
Wanneer het slecht gaat met een onderneming kan het lastig worden om alle rekeningen te voldoen. Een van de verplichtingen die steeds terug zal komen en die aardig kan oplopen is de vordering van het bedrijfstakpensioenfonds. Al eerder schreef ik dat de vordering van het bedrijfstakpensioenfonds niet meedoet in een WHOA-procedure. Dat is relevant als een WHOA-akkoord moet worden gesloten, maar belangrijker is dat in het geval van betalingsonmacht dit altijd gemeld moet worden.
Niet melden: grote gevolgen
Wanneer geen melding wordt gedaan kan dat grote gevolgen hebben voor de bestuurder. De bestuurder die vergeet melding te maken kan namelijk persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de bijdragen die de onderneming niet kon, maar wel had moeten regelen. Daarbij wordt dan vermoed dat de bestuurder onbehoorlijk heeft bestuurd. Dat vermoeden kan wel worden weerlegd, maar de lat ligt dan wel hoog. Het praktische advies is dan ook eenvoudig: meld betalingsonmacht!
In sommige gevallen is het even de vraag of er afdoende is gemeld. Zo speelde een tijdje geleden een zaak van een vennootschap die haar personeelsadministratie had uitbesteed aan een administratiekantoor. Dat kantoor moest zorgdragen voor alle betalingen, maar het ging failliet. De vennootschap kwam er vervolgens achter dat er nog € 11.000,- openstond. De advocaat van de vennootschap had de situatie gemeld, had aangegeven dat er niet kon worden betaald en had een crediteurenakkoord aangeboden. Het pensioenfonds ging akkoord.
Nog een keer melden?
Nadien ontstonden echter nieuwe schulden, zodat er uiteindelijk ruim € 900.000,- openstond. De vennootschap ging failliet en het pensioenfonds stelde de bestuurder aansprakelijk omdat hij de nieuwe betalingsonmacht niet had gemeld. De bestuurder dacht er echter anders over, omdat het fonds met de eerste melding en het instemmen met het akkoord goed op de hoogte was van de situatie. Een formele melding is dan niet meer nodig.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk over deze situatie geoordeeld en aangegeven dat de gedachte achter de melding is dat het fonds zich kan beraden op te ondernemen stappen. Als het pensioenfonds op de hoogte is, kan een formele melding achterwege blijven. Ook hoeft niet steeds zolang er nog sprake is van een betalingsachterstand, opnieuw een melding te worden gemaakt. Dat is anders als na een betaling het fonds meldt dat betalingsonmacht niet langer aanwezig wordt geacht.
Eén keer melden is voldoende
Als het pensioenfonds al van de situatie op de hoogte is, dan is een nieuwe melding in principe niet nodig. Een prettige uitkomst voor de bestuurder. Toch was het een stuk eenvoudiger geweest als hij na het eerste akkoord opnieuw een melding had gedaan. Het melden van betalingsonmacht maakt je als bestuurder overigens niet immuun. Nog steeds kan het pensioenfonds je als bestuurder aansprakelijk stellen op grond van onbehoorlijk bestuur. Alleen zullen ze dat dan wel moeten onderbouwen.