Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vorige maand uitspraak gedaan in de zaak van een bedreigde gerechtsdeurwaarder, bijgestaan door advocaat Arjan Klaassen. Het Openbaar Ministerie seponeerde de zaak vorig jaar, maar het hof heeft nu uitgesproken dat de bedreiger van de deurwaarder toch moet worden vervolgd.
Een gerechtsdeurwaarder deed in maart 2019 aangifte tegen een schuldenaar in het Limburgse Neeritter. Tijdens de bezorging van een dwangbevel werd hij agressief aangesproken, in huis opgesloten en gedwongen om ter plekke de kwestie telefonisch af te handelen met de schuldeiser. De gerechtsdeurwaarder kwam met de schrik vrij en deed meteen aangifte bij de politie.
Omdat de Officier van Justitie de zaak al daags erna seponeerde wegens ‘gebrek aan bewijs’, startte de deurwaarder een artikel 12-procedure (ook wel de ‘procedure klacht niet-vervolging’ genoemd) bij het hof. Het hof overweegt in zo’n procedure technische aspecten als de bewijsbaarheid van de ten laste gelegde feiten, maar ook of het algemeen belang gediend is bij wel of niet vervolgen. Voor de procedure verzamelden we dan ook (voornamelijk) getuigenverklaringen en betoogden wij in het klaagschrift dat de bedreiger vrijheidsberoving, wederrechtelijke dwang en bedreiging met misdrijf ten laste gelegd kunnen worden. Kortom, vervolging van deze geweldpleger dient het algemene belang van de samenleving.
De advocaat-generaal, als vertegenwoordiger van het OM bij het gerechtshof, bracht advies uit aan het hof en verzocht in eerste instantie het klaagschrift af te wijzen. Tijdens een zitting in februari van dit jaar lichtten de deurwaarder en zijn advocaat de klacht nader toe. In juli is de beklaagde ter zitting opgeroepen om zijn verhaal te doen. Naar aanleiding daarvan verklaart het hof het beklag van de gerechtsdeurwaarder toch gegrond en beveelt het OM om de beklaagde alsnog te vervolgen. Op basis van de beschikbare processtukken is een succesvolle strafvervolging mogelijk, meent het hof, er is dus wel voldoende bewijs. Daarnaast vindt het hof de gestelde feiten (ervan uitgaande dat ze bewezen verklaard kunnen worden) zodanig ‘ernstig’ dat vervolging van belang is
Voor de bedreigde deurwaarder is deze uitspraak een mooie opsteker. In een artikel van Mr. (Online) geeft diens werkgever aan dat het seponeren van de zaak door het OM ‘een enorme kater’ heeft veroorzaakt. ‘Het feit dat een hogere instantie het wel nodig acht dat de dader wordt vervolgd, beschouw ik als een steuntje in de rug voor de deurwaarder, als een waardering voor de effort die wij als organisatie samen met de KBvG in het voorval hebben gestoken, maar zeker ook als een positief signaal voor de totale beroepsgroep.’