Innovatie binnen de VvE-wereld is niet direct vanzelfsprekend. De speelruimte van een VvE op dat gebied is slechts beperkt, doordat een VvE zich in alle gevallen en altijd moet houden aan wetgeving, reglement en statuten. Toch staan ook op dit rechtsgebied de ontwikkelingen niet stil en lijkt het appartementsrecht voorzichtig mee te gaan in de digitalisering.
De geldigheid van digitaal uitgebrachte stemmen
Recent is door een appartementseigenaar een rechtszaak tegen de VvE aangespannen vanwege een - in zijn ogen - ongeldig genomen vergaderbesluit. Op de ledenvergadering waar het bewuste besluit werd genomen, werden ook digitaal uitgebrachte stemmen uitgebracht, die uiteindelijk de doorslag bleken te geven voor het aannemen van het besluit. Omdat in het reglement en de statuten geen bepaling was opgenomen die digitaal stemmen mogelijk maakte, kwam de eigenaar tegen deze gang van zaken op.
De kantonrechter in Eindhoven oordeelde echter anders. De rechter was het met de eigenaar eens dat de bepaling in het reglement waarin het stemrecht was geregeld, niets regelde over de (on)mogelijkheid van digitaal stemmen, maar concludeerde gelijktijdig dat deze wijze van stemmen er ook niet direct mee in strijd was. Omdat digitaal stemmen niet uitdrukkelijk was uitgesloten, de elektronische stemprocedure met de nodige waarborgen was omkleed en digitaal stemmen in wezen niet verschilt van bij volmacht stemmen, achtte de rechter het digitaal stemmen toelaatbaar. De digitale stemmen waren aldus geldig en het besluit bleef in stand. De techniek had het gewonnen.
Een digitale doorbraak?
Volgens de rechter was het digitaal stemmen in dit geval niet zo zeer in strijd met het recht, maar de vraag is welke conclusies aan deze uitspraak mogen worden verbonden. Zo hechte de kantonrechter in deze kwestie er grote waarde aan, dat de elektronische stemprocedure “met voldoende waarborgen was omkleed”. Door de VvE was namelijk een gespecialiseerd softwaresysteem gebruikt, waarbij een groot deel van de digitale stemmers hun stem ook nog per mail hadden bevestigd. De vraag blijft daarom staan of een minder gewaarborgd en specialistisch systeem evengoed door de beugel kan.
De rechter overwoog verder dat de betrokkenheid van eigenaars mogelijk wordt vergroot, omdat ze niet op de vergadering aanwezig hoeven te zijn en toch hun mening kenbaar kunnen maken. Dit zou het besluitvormingsproces binnen de VvE alleen maar ten goede komen. Daar tegenover kan echter evengoed worden gesteld dat het digitaal stemmen alleen maar afbreuk doet aan de betrokkenheid van de leden, omdat digitaal stemmen het mogelijk maakt dat nog minder eigenaren de vergadering zullen bijwonen. Het is daarom afwachten hoe de rechtspraak in de toekomst met de verdergaande digitalisering om zal gaan. Wil een VvE hier echter niet op wachten, dan is het altijd mogelijk om de reglementen dusdanig aan te scherpen, dat hierin duidelijk is aangegeven of en hoe de VvE de digitalisering tot het stemproces wil toelaten.