Een complex dat bestaat uit 39 ‘woonslaapkamers’ voor mensen die woonbegeleiding nodig hebben. Kan dat op een bestemming voor maatschappelijke voorzieningen? Of is daarvoor een woonbestemming nodig in het bestemmingsplan?

In juli deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak over deze vraag. Het Leger des Heils wilde in Utrecht een gezondheidszorggebouw bouwen. Daarvoor werd een vergunning gevraagd. De vergunning werd door de gemeente verleend. Een van de omwonenden maakte bezwaar en ging in beroep, maar steeds werd die in het ongelijk gesteld. Uiteindelijk boog de Raad van State zich over de zaak.

Woonbestemming?

De omwonende was van mening dat het ging om een wooncomplex. In het gebouw was ruimte voor 39 mensen. De bewoners hadden de beschikking over een eigen keukentje en een eigen badkamer. Duidelijk bestemd voor wonen, aldus de omwonende.

Het Leger des Heils bracht daar tegenin dat er 24 uur per dag begeleiding zou zijn. ’s Nachts zouden er twee en overdag zouden er vijf begeleiders aanwezig zijn. Bovendien waren in het gebouw spreekruimtes en kantoorruimtes aanwezig. Uiteindelijk gaf de 24/7-begeleiding de doorslag. Het verblijf van cliënten in het gezondheidszorggebouw was sterk verbonden met de zorg die ze ontvingen. Er kon geen duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de huisvesting en de zorg voor de bewoners. Kortom: het gebruik van het gebouw paste in de maatschappelijke bestemming. Een woonbestemming was dus niet nodig.

De vorm van de begeleiding is dus doorslaggevend!

24-uurs-begeleiding

Dit was niet het geval in een uitspraak in 2011. Toen bouwde het Leger des Heils een woonvoorziening die wel een woonbestemming nodig had. Het verschil tussen beide uitspraken? In de zaak uit 2011 bleek sprake van 4 tot 6 uur begeleiding van de bewoners. Een deel van de deze begeleiding werd buiten het gebouw gegeven. Oftewel: er was geen 24-uurs begeleiding. De relatie tussen wonen en zorg was te vrijblijvend. In dat geval ging het voornamelijk om wonen – en was dus wel een woonbestemming nodig. De begeleiders van het Leger des Heils hadden sleutels van de kamers. Ook werden door de bewoners de keuken en andere voorzieningen gedeeld. Bovendien moesten de bewoners zich inzetten voor hun begeleiding, anders konden ze uit de woning gezet worden. Toch maakte dit de uitkomst niet anders: de relatie tussen wonen en zorg was alsnog niet voldoende aangetoond.

Het blijkt dus dat er mogelijkheden zijn voor organisaties om woonvoorzieningen op maatschappelijke bestemmingen te bouwen. Daarvoor is wel nodig dat het aspect wonen en zorgverlening sterk met elkaar verbonden zijn. Om dat te bepalen moet gekeken worden naar het aantal uur begeleiding dat aan de bewoners geboden wordt en of deze begeleiding in het gebouw of daarbuiten plaatsvindt. De vorm van de begeleiding is dus doorslaggevend!

Lees ook: 

 

Deel dit artikel

Expertises