Catia Luis Fula


Tijdens een echtscheiding is de verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen en schulden één van de belangrijkste kwesties. Hierbij is de peildatum van groot belang.

Tijdens een echtscheiding is de verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen en schulden één van de belangrijkste kwesties. Hierbij is de peildatum van groot belang. De goederen die op de peildatum aanwezig waren komen voor verdeling in aanmerking en er wordt uitgegaan van de waarde die de goederen op de peildatum hadden. De peildatum die geldt voor het  vaststellen van de te verdelen goederen wordt door de wet bepaald op de datum waarop het verzoekschrift is ingediend. Dit kan verschillen van de peildatum voor de waardering van de goederen. Hiervoor geldt als hoofdregel dat de peildatum het tijdstip van de verdelingsuitspraak van de rechter is. Rechters hebben echter de vrijheid om hiervan af te wijken wanneer de redelijkheid en billijkheid dit vereist. In het hierna volgende wordt aan de hand van een aantal recente uitspraken gekeken hoe dit in de praktijk door rechters wordt ingevuld.

Waardering van inboedelgoederen

In de eerste uitspraak gaat het om de waarde van inboedelgoederen. De vrouw had de echtelijke woning, inclusief inboedelgoederen, in 2016 verlaten. Kort na het vertrek van de vrouw werd de echtscheidingsprocedure gestart. De rechtbank hanteerde als peildatum voor de waardering van de inboedelgoederen de datum waarop partijen feitelijk uit elkaar gingen. Vanaf deze datum maakte de man immers alleen gebruik van de inboedelgoederen. In hoger beroep overweegt het hof beknopt dat er in dit geval onvoldoende redenen zijn gepresenteerd door de vrouw om af te wijken van de hoofdregel. Als peildatum blijft dus de datum van de verdelingsuitspraak gelden. Nu er 2 jaar zit tussen het feitelijk uiteengaan van partijen en de verdelingsuitspraak van de rechtbank, maakt dit voor de waarde van de goederen erg veel uit. In plaats van een waarde van € 8.000, wordt er met betrekking tot de inboedelgoederen uitgegaan van een waarde van € 4.400.

Waardering van aandelen

In een volgende uitspraak vormt de peildatum voor de waardering van de aandelen van de onderneming een punt van discussie. De man is enig aandeelhouder van een BV. De aandelen zijn door de rechtbank toegedeeld aan de man, onder de verplichting de helft van de waarde van de aandelen per peildatum aan de vrouw te voldoen. De vrouw gaat in hoger beroep tegen dit oordeel.

Volgens de vrouw moet er worden uitgegaan van de waarde van de aandelen op de datum dat partijen feitelijk uit elkaar gingen. Vanaf deze datum had de man namelijk uitsluitend zeggenschap over de onderneming en zijn de resultaten door toedoen van de man flink teruggelopen en de waarde van de aandelen gedaald. Het hof geeft de vrouw hier gelijk. Omdat de onderneming sinds de datum van indiening van het verzoekschrift alleen door de man werd gedreven en de vrouw hierin geen zeggenschap had, brengen de eisen van de redelijkheid en billijkheid mee dat de ondernemersrisico’s vanaf deze datum ook op de man rusten.

Waardering van de woning

Ook in een laatste uitspraak ziet het hof reden om af te wijken van de hoofdregel. Partijen waren in december 2016 feitelijk uit elkaar gegaan. De vrouw woonde gedurende de jarenlange echtscheidingsprocedure in de echtelijke woning, terwijl de man alle eigenaarslasten voldeed. De vrouw weigerde bovendien haar medewerking te verlenen aan de levering van de woning aan de man en er was een spoedprocedure bij de rechtbank nodig om het gebruik van de woning door de vrouw te beëindigen. Vanwege deze houding van de vrouw acht het hof het in strijd met de eisen van de redelijkheid dat zij zou profiteren van de waardestijging van de woning na december 2016. Voor de waarde van de woning gaat het hof daarom uit van de waarde op de datum dat partijen feitelijk uiteen zijn gegaan.

Een goede reden voor afwijking

Zoals uit het voorgaande blijkt, wordt in de rechtspraak ruimte geboden om bij de waardering van de goederen van de gemeenschap af te wijken van de hoofdregel. In gevallen waarin de redelijkheid en billijkheid dit vereisen zijn rechters in bereid om af te wijken, mits hier goede redenen aan ten grondslag liggen. Bij het vaststellen van de waarde van goederen bij een echtscheiding, is het daarom aan te bevelen om niet alleen te kijken naar de waarde op het moment dat de rechter hier een oordeel over moet vormen. In sommige gevallen kan een andere datum voor waardering meer voor de hand liggen. Dit kan vooral interessant zijn wanneer een goed aanzienlijk in waarde is gestegen of gedaald. De rechtspraktijk leert dat dit zowel voordeel kan opleveren als nadeel kan voorkomen.

Lees ook: 

Na echtscheiding aandelen overdragen: opletten geblazen!

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises