Jaco van den Brink
Het ministerie van OCW heeft diverse wetsvoorstellen in voorbereiding. Ze betreffen medezeggenschap, schoolondersteuningsprofiel, leerplicht en huisvesting.
Jaco van den Brink
Het ministerie van OCW heeft diverse wetsvoorstellen in voorbereiding. Ze betreffen medezeggenschap, schoolondersteuningsprofiel, leerplicht en huisvesting.
Het ministerie van OCW heeft diverse wetsvoorstellen in voorbereiding. Hieronder vier van de belangrijkste beoogde veranderingen.
Tot 11 september ligt een concept wetsvoorstel in de internetconsultatie ter inzage, ter uitbreiding van medezeggenschapsbevoegdheden.
Een instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting. Momenteel geldt voor de MR of GMR een adviesrecht over de hoofdlijnen het meerjarig financieel beleid, maar volgens de regering moet dit worden omgezet in een jaarlijks instemmingsrecht om de positie van de medezeggenschap te versterken en ook meer verantwoording van het financieel beleid te verkrijgen. Dit was overigens ook een punt uit het regeerakkoord.
Ook de ondersteuningsplanraad (OPR) van een samenwerkingsverband krijgt dit instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de meerjarenbegroting bij het ondersteuningsplan Een instemmingsrecht op het ondersteuningsplan bestaat al in de WMS, hieraan wordt nu dus toegevoegd dat de OPR ook moet instemmen met de meerjarenbegroting. De OPR wordt gekozen door en uit de medezeggenschapsraden van de scholen uit het samenwerkingsverband.
Een adviesrecht over de groepsgrootte in het po en s(b)o/vso. Besluiten van een bevoegd gezag over het maximaal aantal leerlingen per groep moeten dus genomen worden na advies van de MR of GMR (afhankelijk of het besluit ziet op één school of op alle scholen van dit bestuur).
Dit document (kortweg: SOP) was bedoeld als een belangrijk instrument in het stelsel voor passend onderwijs, maar geniet nog niet zoveel bekendheid. Bedoeling is nu dat het SOP moet worden opgenomen in de schoolgids. Het maakt onderdeel uit van hetzelfde concept-wetsvoorstel als onder het vorig kopje besproken.
Dit betekent vooral dat het elk jaar moet worden vastgesteld (i.p.v. eens per 4 jaar). En ook dat de MR hierop adviesrecht heeft.
Dit moet ertoe leiden dat het document beter aansluit bij de actuele praktijk op school en ook beter vindbaar en meer bekend is.
Een ander voorstel in consultatie (tot 06-09) voorziet in een mogelijkheid voor gemeenten om in een gemeentelijke verordening een verlengde kwalificatieplicht in te voeren. Dit in het kader van lokaal beleid ter bestrijding van vroegtijdige schoolverlating.
Gemeenten kunnen voor jongeren tot 21 jaar de kwalificatieplicht verlengen. De landelijke, wettelijke kwalificatieplicht geldt tot 18 jaar: zolang jongeren van ouder dan 16 jaar nog geen startkwalificatie hebben, zijn ze verplicht om naar school te gaan. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal mbo niveau 2, havo- of vwo-niveau.
Om dit in te voeren moet een gemeenteraad eerst toestemming vragen aan het Ministerie van OCW, en dan kan voor vier jaar deze verlengde kwalificatieplicht worden ingevoerd.
Uit een Kamerbrief d.d. 9 juli 2020 blijkt dat de minister enkele wetswijzigingen op het terrein van huisvesting wil invoeren. Dit in reactie op aanbevelingen vanuit de sectorraden (PO-raad en VO-raad) en de VNG uit 2016 en 2018. Belangrijkste veranderingen:
Een vierjaarlijks Integraal Huisvestingsplan voor het Onderwijs (IHPO of IHP) wordt wettelijk verplicht. Dit plan moet de contouren schetsen voor het huisvestingsbeleid voor de komende 16 jaar, en ten minste elke vier jaar opnieuw worden vastgesteld. Hiervoor is op overeenstemming gericht overleg nodig tussen gemeente en de betrokken schoolbesturen. In de praktijk gebeurt dit al vaak, maar het krijgt nu een wettelijke basis en wordt dus verplicht.
Schoolbesturen worden verplicht een meerjarig onderhoudsplan (MJOP) vast te stellen, op basis van een bouwkundige inspectie.
Er komt een wettelijke definitie van het begrip renovatie. Over renovatie bestaat er nogal wat onduidelijkheid in hoeverre dit valt onder de gemeentelijke taak om voor huisvesting te zorgen, en in hoeverre onder de plicht van het bevoegd gezag om voor het onderhoud aan de gebouwen zorg te dragen. De minister: “Het uitgangspunt is dat renovatie wordt beschouwd als volwaardig alternatief voor nieuwbouw, dat ingezet kan worden als mogelijke maatregel om de levensduur van een schoolgebouw met ten minste 25 jaar te verlengen.” Hiervan zal de gemeente dus de kosten dragen.
Het investeringsverbod wordt genuanceerd. Er komen ruimere mogelijkheden voor een bevoegd gezag om te investeren in het schoolgebouw om zodoende de kwaliteit en /of de duurzaamheid te vergroten, of het moment van investeren te vervroegen.