Jaco van den Brink


Als ondernemer hebt u regelmatig vergunningen nodig, meestal van de gemeente. Bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor uitbreiding van het winkeloppervlak of de slijterijvergunning. Wat gebeurt er echter met deze vergunningen zodra een nieuwe supermarkteigenaar zich aandient? In deze blog geef ik kort de belangrijkste regels weer voor het overgaan van vergunningen.

Is een bepaling in het contract voldoende?

Nee: gelet op het Burgerlijk Wetboek gaan vergunningen niet automatisch over door in het overdrachtscontract een bepaling op te nemen met de strekking: ‘alle publiekrechtelijke vergunningen en toestemmingen gaan over op de verkrijger’ (catch-all-bepaling). Dat werkt alleen voor die rechten waarvoor een wet of de wetsgeschiedenis de overdracht uitdrukkelijk mogelijk maakt.

Het is dan ook raadzaam om naast de civielrechtelijke mogelijkheden de publiekrechtelijke mogelijkheden te onderzoeken.

Persoons- en zaaksgebonden vergunningen

Vergunningen kunnen persoonsgebonden zijn, zoals horeca- of exploitatievergunningen. Die vergunningen kennen een exclusief recht toe aan één unieke vergunninghouder. Daarnaast zijn er zaaksgebonden vergunningen, zoals de omgevingsvergunningen. Deze vergunningen rusten op de zaak zelf (het perceel of gebouw).

De omgevingsvergunningen gaan dus automatisch over als de winkel wordt overgedragen. Wel is het daarbij formeel verplicht om die overdracht vier weken van tevoren bij de gemeente te melden, omdat ook zo’n vergunning natuurlijk wel op een bepaalde vergunninghouder is tenaamgesteld.

Persoonsgebonden vergunningen zijn zo persoonlijk dat ze niet automatisch meegaan naar een opvolger. Voor de slijterij moet een nieuwe winkeleigenaar dus zelf een nieuwe vergunning aanvragen.

Bij overdracht van uw onderneming dient u dus goed te letten op de overdracht van de publiekrechtelijke rechten waar u gebruik van kon maken.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises