Dico Bogerd
Dico Bogerd
Al eerder heb ik geschreven over ontslag bij zogenaamde bagateldelicten. Dit zijn situaties waarbij een werknemer iets met een erg kleine waarde ontvreemdt en waarvoor vervolgens ontslag wordt gegeven. In de situatie die ik eerder besprak was er sprake van het vervreemden van 50 cent, hetgeen de medewerkster in kwestie uiteindelijk noodlottig werd.
Aan de lange en veelkleurige lijst van bagateldelicten kan er weer een worden toegevoegd. Begin dit jaar werd een uitspraak van de rechtbank Rotterdam gepubliceerd die gaat over de volgende situatie.
Een medewerkster van een drogisterij heeft tijdens werktijd een gratis testverpakking bodylotion op haar gezicht gesmeerd. Bij deze keten krijgen klanten bij € 10,- besteding de testverpakking gratis mee naar huis.
Vervolgens heeft werkgever de medewerkster aangesproken op haar handelen. De medewerkster heeft aangegeven dat zij inderdaad de gratis testverpakking op haar gezicht heeft gesmeerd. Zij zag er het kwaad niet van in. Aan het einde van het gesprek tekent de medewerkster een schriftelijke verklaring, waarna zij op staande voet ontslagen wordt.
Na afloop van het gesprek komt ze overigens nog even terug met de vraag of ze de verklaring op de foto mag zetten. Dit wordt haar toegestaan door werkgever. Daarop pakt ze de verklaring, verscheurt deze en geeft ‘m niet meer terug aan werkgever.
De vraag die aan de rechter wordt voorgelegd, is of dit ontslag op staande voet stand houdt. Het gaat immers ‘slechts’ om een testverpakking en de gevolgen van ontslag op staande voet zijn groot. De medewerkster kan immers geen WW-uitkering krijgen bij ontslag op staande voet en de medewerkster is dan ook een schadevergoeding verschuldigd aan werkgever ter grootte van de opzegtermijn.
De kantonrechter gaat eerst na of de medewerkster zelf producten heeft gekocht voor minimaal € 10,-. Dit is niet het geval; ze was dus niet gerechtigd tot het gebruik van de testverpakking.
In de gedragsregels van werkgever staat dat producten die gratis worden weggegeven bij een bepaalde besteding, niet mogen worden gebruikt of weggenomen. De medewerkster probeert nog te betogen dat zij de gedragsregels niet kende, maar daar gaat de rechter niet in mee.
Bij indiensttreding zijn de regels overhandigd en ook op het intranet van de werkgever zijn de regels te vinden. Ook stuurt werkgever regelmatig nieuwsberichten aan de medewerkers dat fraude niet geaccepteerd wordt. Tenslotte had de medewerkster ook meegedaan aan een dilemmaspel bij werkgever waarin de vraag was gesteld “Mag ik als personeelslid testers meenemen?”. Het antwoord daarop was: “Testers mogen nooit mee naar huis genomen worden”. De medewerkster wist dus heel goed dat het gebruik van de tester niet was toegestaan.
De kantonrechter oordeelt vervolgens dat het ontslag op staande voet in stand blijft. Als retailer heeft de werkgever belang bij strikte handhaving van de gedragsregels. Er is immers een verhoogd risico op diefstal/verduistering door eigen personeel en werkgever heeft ter voorkoming van precedentwerking belang bij strikte naleving van de gedragsregels. Het personeel gaat immers om met contant geld van werkgever en met makkelijk vervreemdbare producten. Dat het hier om een artikel met zeer geringe waarde gaat doet niet ter zake.
Deze uitspraak is in lijn met de rechtspraak over zogenaamde bagateldelicten. Het leegdrinken van een blikje Redbull, het meenemen van een over datum pak Optimel, het snoepen van een taart die voor klanten om te proeven wordt uitgedeeld, het leidde allemaal tot terechte ontslagen.
Als aan de drie voorwaarden is voldaan, namelijk goed opgestelde en bij de werknemers bekende huisregels, strikte handhaving daarvan en de werkgever heeft belang bij deze strikte handhaving, dan doet de waarde van het vergrijp er niet toe. Er is dan een rechtsgeldige grond voor ontslag op staande voet.