Blog
Omgangsperikelen: ze behoren wat mij betreft tot de lastigste familierechtelijke kwesties. Niet omdat het juridisch-technisch zulke ingewikkelde zaken zijn, maar wel vanwege het kinderleed dat ermee gepaard gaat en de uitzichtloosheid van sommige conflicten.
In deze coronacrisis krijgen omgangsdilemma’s er een extra dimensie bij, namelijk is omgang vanuit gezondheidsperspectief verantwoord? U kunt zich vast levendig voorstellen dat dit argument in de eerste plaats zeer plausibel is, maar dat het argument door sommigen ook wordt gebruikt om de omgang te ontzeggen aan de andere ouder die ze toch al geen omgang gunden. De podcast 'Als je door corona je kind niet meer mag zien' is illustratief.
Uniforme regelgeving op dit terrein is lastig, juist omdat het recht op omgang (dat zowel een kinderrecht als een ouderrecht is) het beste tot zijn recht komt in een maatwerkoplossing. Gelukkig heeft het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) in nauwe afstemming met RIVM, beroepsgroepen, branches (zoals Jeugdzorg Nederland) en VWS zeer handzame regelingen op haar website gepubliceerd die dienen als een eerste handvat voor professionals. De regelingen zijn ook praktisch voor ouders die op zoek zijn naar informatie hierover.
Het uitgangspunt is dat het contact van kinderen en jongeren met hun ouders/opvoeders gewoon doorgaat, ook als zij niet in één huis verblijven. Voor ouders en hulpverlening betekent dit volgens de regeling concreet:
Kijk creatief naar andere vormen van communicatie.
Maak een zorgvuldige afweging over de vorm van het contact, waarin zowel de fysieke en mentale gezondheid van de jongere, en zijn ouders/opvoeders als die van professionals wordt gewogen.
Hulpverleners krijgen onder andere het volgende advies:
De genomen maatregelen kunnen ontregelend werken bij kinderen, jongeren of hun ouders. Hun mentale gezondheid kan er dan onder lijden. Als professional maak je een inschatting van hoe een kind/jongere en een ouder er sociaal, emotioneel, mentaal, fysiek aan toe zijn. Op grond van die inschatting kun je samen met je werkbegeleider of leidinggevende en andere betrokken samenwerkingspartners de afweging maken of er tijdelijk meer digitaal contact nodig is.
De gecertificeerde instellingen hebben de inspanningsverplichting om kinderen die hun ouders onder begeleiding zien op een andere manier met hun ouders contact te laten maken. Dit vergt veel creativiteit en maatwerk, maar juist in stressvolle tijden is deze stap extra belangrijk wat mij betreft. Volgens de regeling gelden de volgende vuistregels:
Een begeleide omgangsregeling vindt in principe niet fysiek maar via andere communicatiemiddelen plaats.
De betrokken professional overlegt met de ouders welke communicatiemiddelen beschikbaar zijn en wat daarvan het beste alternatief is.
In zeer uitzonderlijke situaties kan hiervan worden afgeweken. Zo’n besluit neemt de (gezins-)voogd altijd samen met zijn leidinggevende en andere relevante partners.
Fysiek contact kan niet plaatsvinden als één van de betrokken hoest of niest en een temperatuur van meer dan 38 graden heeft.
Het valt te hopen dat de meeste omgangscrises zich niet verder verdiepen vanwege het coronavirus. Dat we met elkaar wél iets kunnen doen aan het eenzaamheidsvirus is wat mij betreft ook van toepassing op omgangsafspraken.