Harry Blok
Harry Blok
Mijn vorige column riep nogal wat reacties op. Ik mocht niet vergeten dat er ook fatsoenlijke racefietsers zijn. Die rekening houden met elkaar en met de medeweggebruikers. Maar die weten ook dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Wie wil weten hoeveel sportletsels zich wekelijks voordoen en met welke gevolgen, zou eens een paar bezoekjes moeten brengen aan de Spoedeisende Hulp van één van de ziekenhuizen in de regio.
Sport is vaak (ook) competitie. Een competitie met jezelf: je uithoudingsvermogen, rittijden, afstanden, je grenzen verleggen. Dat kan ertoe leiden dat je anderen in gevaar brengt. Dat geldt ook voor sporters die met elkaar – in de woorden van de Hoge Raad – wedijveren. Je wilt niet opgeven, ook al ben je eigenlijk zo moe dat je je stuur niet meer helemaal recht kunt houden. Je raakt het wiel van je voorganger, omdat je het tempo in zijn slipstream net nog kon bijhouden. Jij valt, maar hij ook en degenen die achter jou rijden ook. Ben je dan ook aansprakelijk? Volgens de Hoge Raad minder snel dan anders. Sporters hebben tot op zekere hoogte slecht getimede en minder goed gecoördineerde bewegingen en gedragingen van elkaar te verwachten. Dit wordt de verhoogde drempel voor aansprakelijkheid genoemd. Bij voetbal kan een foute tackle tot een beenbreuk (of erger) leiden, maar dat is het risico van het vak. Bij wielrennen is dat niet anders. De grens is bereikt met die gedragingen die de andere deelnemer in redelijkheid niet hoefde te verwachten. Toch (of juist daarom) zou iedere groep wielrenvereniging of fietsgroep moeten afspreken dat er mensen zijn die in de gaten houden of iedereen nog veilig fietst. De cultuur binnen de groep zou ook moeten zijn dat moeten lossen geen schande is, maar een teken van wijsheid dat een compliment verdient omdat de veiligheid van de groep daarmee gediend is.
Een dergelijke zorgplicht rust ook op de organisator van een wielrenevenement. Zelf heb ik jaren geleden geprocedeerd over een toertocht in Twente. Een aflopend gedeelte van het parcours was opeens spiegelglad door bevriezing in de vroege ochtend. Juist dit deel van het parcours was die ochtend niet meer gecontroleerd. De (verzekeraar van de) wielrenvereniging beriep zich op de verhoogde drempel voor aansprakelijkheid voor sport en spelsituaties. Tevergeefs: de Rechtbank hield op – inmiddels - een zomerse dag een zitting op de locatie van het ongeval, waarbij – ter plekke – getuigen en deskundigen werden gehoord. De organisator moet niet alleen rekening houden met slecht gecoördineerde gedragingen van de deelnemers, hij moet daarop anticiperen en voorzorgsmaatregelen nemen. Daarvoor zijn, juist daarom, allerlei draaiboeken en protocollen opgesteld door bijvoorbeeld de KNWU en de NTFU. Zij bieden hun leden ook een collectieve ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering aan voor het geval er, onverhoopt, toch iets (ernstig) mis zou gaan. Het devies voor alle wielrenners: ga dit voorjaar goed voorbereid (en goed verzekerd) op pad.