Cornelis Klepper
Cornelis Klepper
In de bouw wordt veel gewerkt met aansprakelijkheidsbeperkingen (exoneratiebedingen). Diverse partijen in de bouwketen willen hun aansprakelijkheid beperken. Daarom wordt een beperking van aansprakelijkheid opgenomen in de overeenkomst of de (algemene) voorwaarden. Een recente uitspraak onderstreept hoe belangrijk het is dat een exoneratiebeding in elke rechtsverhouding wordt overeengekomen. Een onderaannemer mag zich namelijk niet zonder meer beroepen op een aansprakelijkheidsbeperking die de hoofdaannemer tegenover de opdrachtgever heeft bedongen.
Wat was er aan de hand? Supermarktketen Hoogvliet gaf opdracht aan Kewodak om oude dakbedekking te verwijderen en nieuwe dakbedekking aan te brengen. In de opdrachtbevestiging van Kewodak zijn de algemene voorwaarden van Vebidak van toepassing verklaard. Daarin is een standaard exoneratiebeding opgenomen:
“De ondernemer sluit –behoudens de verplichting tot herstel van gebreken die onder garantie vallen- elke aansprakelijkheid uit, waaronder ook die voor letsel- en bedrijfsschade, behoudens voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid bij directieleden en/of leidinggevenden en ondergeschikten van de ondernemer.”
Kewodak heeft een deel van het werk uitbesteed aan een onderaannemer. De onderaannemer zou de oude bitumineuze dakbedekking verwijderen, Kewodak zou de nieuwe dakbedekking plaatsen. Door toedoen van de onderaannemer is tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, waarbij een gasbrander werd gebruikt, brand ontstaan aan het dak van een pand. De onderaannemer had niet zorgvuldig gewerkt, waardoor de brand kon ontstaan. Bovendien had de onderaannemer niet adequaat gereageerd toen de brand ontstond. Omwonenden verklaarden later dat de betreffende medewerkers van de onderaannemer rustig op de brandweer stonden te wachten. Serieuze bluspogingen werden niet gedaan door de onderaannemer.
Hoogvliet spreekt zowel Kewodak als de onderaannemer aan. Die laatste op grond van onrechtmatige daad, een contract tussen Hoogvliet en de onderaannemer is er immers niet. Met betrekking tot de onderaannemer overweegt de rechtbank dat op hem een bijzondere zorgplicht rustte. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat de toepassing van open vuur bij dakdekkerswerkzaamheden een aanzienlijk risico van brand meebrengt. De onderaannemer had daarom zeer scherp moeten controleren of er brand zou ontstaan, en diverse voorzorgsmaatregelen moeten treffen. Dat is niet gebeurd. De onderaannemer had geen blusmateriaal bij zich.
Kewodak én de onderaannemer stellen zich op het standpunt dat niet alleen Kewodak, maar ook de onderaannemer een beroep kan doen op het exoneratiebeding [zie citaat, CTK]. Dat beroep zou de onderaannemer uit de brand helpen.
De rechtbank gaat daar echter niet in mee, en oordeelt:
“Aan [gedaagde] komt geen beroep toe op het exoneratiebeding in het contract van Hoogvliet Beheer. [gedaagde] is bij die overeenkomst geen partij. Evenmin mag [gedaagde] aangemerkt worden als een ondergeschikte in de zin van artikel 6:257 BW (aan wie wel geschikt een beroep op dit beding zou kunnen toekomen). [gedaagde] is geen werknemer van Kewodak. [gedaagde] is, als onderaannemer, een zelfstandig hulppersoon en daarmee geen ondergeschikte.”
De aansprakelijkheidsbeperking die tussen de hoofdaannemer en de opdrachtgever was overeengekomen, baatte de onderaannemer niet. Als de onderaannemer zijn aansprakelijkheid had willen beperken, had hij zelf een exoneratiebeding met Kewodak moeten overeenkomen. Om zich volledig in te dekken zou de onderaannemer daarbij ook moeten afspreken dat Kewodak de onderaannemer zou vrijwaren voor aanspraken van derden, waaronder de opdrachtgever. De opdrachtgever hoeft zich immers niets aan te trekken van een eventueel exoneratiebeding in de overeenkomst tussen de onderaannemer en Kewodak.
Kortom: een onderaannemer kan er niet zomaar van uitgaan dat hij zich kan beroepen op een aansprakelijkheidsbeperking die de hoofdaannemer in het contract heeft opgenomen. De betreffende onderaannemer heeft die les nu geleerd. Gelukkig hoeft hij niet op de blaren te zitten; voor aansprakelijkheid was hij verzekerd.