Jan Eerbeek
Een brief van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van afgelopen vrijdag 13 december 2019 heeft stevige gevolgen voor compensatie van transitievergoeding van slapende dienstverbanden.
Om recht te hebben op volledige compensatie dienen slapende dienstverbanden nog dit jaar te worden beëindigd. Doet u dat niet dan zal het UWV slechts de compensatie bieden volgens de 2020-regels, terwijl u moet vergoeden volgens de 2019-regels. Het verschil is aanzienlijk. Het is wel mogelijk om de komende twee weken een vaststellingsovereenkomst overeen te komen, met een beëindigingsdatum in 2020.
Kortom: zorg ervoor dat u slapende dienstverbanden nog voor 1 januari beëindigt, om geen (deel van) compensatie mis te lopen!
Daarnaast heeft de minister het een en ander meegedeeld over de beslistermijn van het UWV. Het UWV heeft voor gevallen vanaf 1 april 2020 8 weken de tijd en voor oudere gevallen 6 maanden. Wachten met uitbetalen tot 1 april leek dan te betekenen dat u sneller compensatie zou ontvangen. De minister steekt hier een stokje voor. Het UWV gaat kijken naar het moment dat de 104 weken wachttijd afliep. Was dat voor 1 april, dan geldt de beslistermijn van 6 maanden.
Tenslotte is er ook nog goed nieuws. De ‘brutoloon-voorwaarde’ in de compensatieregeling wordt opgeschort. Dat betekent dat werkgevers die minder loon hebben betaald gedurende 104 weken wachttijd, omdat iemand bijvoorbeeld een vervroegde IVA-uitkering krijgt of een vorm van loonkostensubsidie, voorlopig toch recht hebben op de volledige compensatie van de transitievergoeding. Dit om het aantrekkelijker te maken om werknemers met een ziekteverleden in dienst te nemen.