Woningcorporaties kunnen met huurders een zogenaamde laatstekansovereenkomst sluiten. Een laatstekansovereenkomst kan bijvoorbeeld worden gesloten met een overlastgevende huurder die tot ontruiming is veroordeeld of op het punt staat in zo’n procedure te worden betrokken. Aan een laatstekansovereenkomst kan de woningcorporatie de voorwaarde verbinden dat de huurder woonbegeleiding accepteert.
De vraag die centraal stond in een procedure bij het gerechtshof, is of een woningcorporatie dan ook een zorgplicht op zich neemt om die begeleiding van de grond te krijgen. In de desbetreffende zaak had de corporatie met een huurder een laatstekansovereenkomst gesloten. Een van de voorwaarden was dat de huurder zorg zou accepteren en hieraan actief zou meewerken.
De corporatie ontving echter opnieuw klachten van overlast. Ook het zorgtraject kwam niet van de grond. De rechter oordeelde dat huurder geen eerlijke kans heeft gehad omdat de begeleiding niet van de grond is gekomen en de verhuurder daarvoor blaam treft. Het hof zet daar een streep doorheen. Het hof is van oordeel dat op geen enkele wijze blijkt dat de corporatie een verplichting op zich heeft genomen aangaande begeleiding van huurder. Het is juist huurder die daarvoor moet openstaan. Huurder heeft dat volgens het hof niet gedaan.
Het hof is daarom van oordeel dat er voldoende grond is om de huurovereenkomst te ontbinden en de woning te ontruimen. Dat huurster nergens heen kan, doet daar volgens het hof niks aan af: '[Huurster] heeft tal van kansen gekregen. Eens houdt het op, hoe ernstig de gevolgen voor [huurster] ook zullen zijn.'