Nu alle maatregelen rond het coronavirus inmiddels enkele maanden van kracht zijn, wordt duidelijker hoe rechtbanken omgaan met allerlei discussies tussen gescheiden ouders die daardoor ontstaan. Vooral ouders die toch al vaak discussies hadden over de zorgregeling, hebben er nu nieuwe discussies bij gekregen. Want als je de andere ouder niet vertrouwt, is het ook moeilijk om erop te vertrouwen dat hij of zij zich stipt aan alle maatregelen zal houden. En als je het toch al heel moeilijk vindt om de kinderen los te laten en te accepteren dat zaken bij de andere ouder soms anders lopen, is dat nu ondoenlijk.
Toch kennen rechtbanken ‘geen genade’. Kinderen moeten gewoon beide ouders blijven zien. Ondanks de coronacrisis. Dit uiteraard tenzij een ouder klachten heeft of één van de ouders of een huisgenoot daarvan tot de risicogroep behoort. Er zijn recent meerdere uitspraken gewezen, waaruit dit beeld volgt.
Zorgregeling: de rollen omgedraaid!
De eerste casus gaat over een situatie waarin de kinderen het grootste deel van de tijd bij hun vader wonen. Zij zijn eens per twee weken van woensdagmiddag uit school tot zondagavond 18.00 uur bij hun moeder. Moeder heeft al meerdere malen de zorgregeling moeten afdwingen bij de rechtbank, omdat vader deze stillegde. Als de corona crisis uitbreekt, laat vader aan moeder opnieuw weten dat de kinderen niet bij haar zullen komen. Hij wil zich strikt houden aan de regelgeving rond de coronacrisis en hij heeft een partner met een kwetsbare gezondheid, zo geeft hij aan. Moeder start een kort geding. Tijdens de (skype)zitting geeft vader aan dat hij inmiddels weer akkoord gaat met fysieke omgang, omdat het met zijn partner inmiddels beter gaat. Hij geeft te kennen dat hij de kinderen op 20 mei 2020 weer naar hun moeder laat gaan. Om die reden zou de vordering van moeder moeten worden afgewezen, omdat zij geen belang meer heeft bij haar vordering.
De rechtbank maakt korte metten met deze insteek en oordeelt als volgt. Het is begrijpelijk dat alle betrokkenen eerst zoekende zijn geweest, nadat rond 15 maart 2020 de eerste landelijke maatregelen ter bestrijding van het coronavirus werden aangekondigd. Dat toen eerst een pas op de plaats is gemaakt, is verklaarbaar. Maar dat de man deze ‘pas op de plaats’ twee maanden heeft laten voortduren, is, gedacht vanuit het belang van de kinderen, niet begrijpelijk en niet gegrond. Ook de gezinsvoogd had al veel eerder hervatting geadviseerd en de maatregelen van het RIVM lieten daar al veel eerder ruimte voor. De man beroept zich op de sluiting van de scholen, maar die was op 28 april 2020 al opgeheven. De kinderen hadden in de meivakantie dus gewoon bij hun moeder kunnen zijn. Het is de vader aan te rekenen dat hij daaraan niet heeft meegewerkt. Dat zijn partner een kwetsbare gezondheid heeft, heeft vader op geen enkele manier bewezen, dus daar doet de rechtbank niets mee.
De rechtbank neemt vervolgens de verrassende beslissing dat de moeder in de gelegenheid moet worden gesteld om de tijd in te halen! Tot 3 juni zullen de kinderen alleen bij hun moeder zijn. Vanaf dat moment worden tot aan de zomervakantie de rollen omgedraaid: de kinderen zijn van woensdag uit school tot zondagavond 18.00 uur bij hun vader en de rest van de tijd bij hun moeder. En er wordt een dwangsom aan gekoppeld: als vader hieraan niet mee werkt, moet hij betalen! Een strenge rechter dus, maar wel terecht wanneer een ouder keer op keer zelf meent te kunnen beslissen of de kinderen wel of niet naar de andere ouder gaan.
Vader mag kindje gewoon knuffelen
In een andere zaak ging het om een klein kindje van anderhalf jaar. De zorgregeling die in 2019 was afgesproken, was aanvankelijk heel beperkt, maar zou begin 2020 worden uitgebreid, omdat het kind dan wat groter zou zijn. Toen de vader echter aan de moeder vroeg de uitbreiding te effectueren, gaf de moeder aan hiermee niet akkoord te gaan. Dit eerst vanwege allergie en veel ziek zijn en vervolgens vanwege corona. Hierbij speelde een rol dat de moeder en het kind bij haar ouders inwoonde, die op leeftijd zijn.
De moeder geeft op 20 maart aan dat de vader het kind mag zien, maar niet mag binnenkomen bij haar ouders, anderhalve meter afstand moet houden tot het kind, mag gaan wandelen met het kind, maar niet als het slecht weer is en mits hij geen symptomen vertoont. Vader is hiermee met de moed der wanhoop akkoord gegaan, maar is wel een procedure gestart.
Ook met deze insteek maakt de rechtbank korte metten. De zorgregeling wordt uitgebreid naar hele dagen. Ook beslist de rechtbank expliciet dat de vader het kind gewoon fysiek mag aanraken en knuffelen en normaal contact met hem mag hebben. De rechtbank is van mening dat, zolang vader regelmatig zijn handen wast, de risico’s veel te beperkt zijn om de wensen en eisen van de moeder in dezen in te willigen.
Vanwege corona geen begeleiding bij de omgang
De ouders waarom het in deze zaak gaat, zijn recent uit Syrië gekomen. Het ene kind had de vader lange tijd niet gezien, het andere kind had vader nooit gezien. Daarom is gestart met begeleide omgang. Moeder heeft, ook nadat die omgang een tijdje loopt, weinig vertrouwen in vader en wil dat alle omgang begeleid blijft plaatsvinden. Vader vindt dat de omgang nu onbegeleid kan gaan plaatsvinden. De rechtbank geeft expliciet aan dat de contactmomenten, wanneer de begeleiding door de coronamaatregelen wegvalt, onbegeleid kunnen plaatsvinden. De belangen van de kinderen om hun vader te kunnen blijven zien, wegen zwaarder dan de zorgen die moeder heeft rondom onbegeleide omgang.
Recht op omgang weegt zwaar
Uit alle drie de uitspraken die hiervoor zijn besproken, blijkt dat het recht op omgang zwaar weegt. De coronamaatregelen zijn in geen van de besproken gevallen reden om de omgangsregeling stil te leggen. Dat is ook begrijpelijk. Juist ook voor kinderen is de coronatijd verwarrend. Hun leven moet niet nog verder in de war geschopt worden doordat zij geen contact meer hebben met één van hun ouders. Het belang van de kinderen staat voorop, ook tijdens de corona crisis.
Lees ook: