Natasja Barské-Gelling
Natasja Barské-Gelling
Als ouders gaan scheiden, verandert er veel voor kinderen. Voor hen is de impact vaak groot. Kinderen willen eigenlijk maar één ding en dat is een goed contact met zowel hun vader als hun moeder. Helaas gebeurt het te vaak dat ouders rond een scheiding zoveel emoties en ruzies hebben dat het hen niet lukt om tot goede afspraken over de kinderen te komen.
Gelukkig lukt het vaak om in een vrijwillig kader (met mediation of hulpverlening) tot een oplossing te komen. Als dit niet werkt en de zorgen om de kinderen groter worden, dan komt Jeugdzorg in beeld. Die probeert eveneens eerst in een minnelijk kader tot afspraken te komen. Lukt dat niet, dan kunnen acties worden genomen in een gedwongen kader. Zo kan de Raad voor de Kinderbescherming een ondertoezichtstelling vragen Een ondertoezichtstelling is een kinderbeschermingsmaatregel, die wordt uitgevoerd door een gecertificeerde instelling (GI). Zij regelt een gezinsvoogd, die ouders helpt bij het nemen van beslissingen. Mocht ook dit niet voldoende zijn, dan kan als ultiem middel een kind uit huis worden geplaatst.
Als het zover komt, is de nood hoog. Helaas blijkt steeds meer dat hulp dan niet direct beschikbaar is. Zelfs als de rechter bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling uitspreekt, komt het regelmatig voor dat de GI hier niet (direct) uitvoering aan kan geven. Al jaren zijn er grote wachtlijsten. De laatste jaren lijkt de situatie alleen maar te verergeren. Er is een groot te kort aan jeugdzorgwerkers.
Van diverse kanten wordt de noodklok geluid. Ook vanuit advocatuur en rechtspraak. Je zou je af kunnen vragen wat de rechters hier aan kunnen doen. De rechter bepaalt immers slechts wat er moet gebeuren. Met de uitvoering heeft de rechter geen bemoeienis. Echter, de bedoeling van de rechter is helder: er moet hulp komen. Dan kan het niet zo zijn dat het nog maanden duurt voordat er een gezinsvoogd is die aan de slag kan gaan. Dit is in strijd met wat er in de wet staat en wat de rechter voor ogen heeft. Maar wat kan de advocatuur of rechtspraak hier aan doen?
Hoewel de middelen beperkt zijn, zijn er wel enkele mogelijkheden. Een eerste optie is om als advocaat aan de rechter te vragen om de periode voor ondertoezichtstelling te verkorten. Veelal geldt de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar. Je ziet nu dat diverse rechters deze periode verkorten tot drie maanden of soms slechts één maand. Met als reden dat partijen weer eerder bij de rechter terug moeten komen. De rechter kan dan (eerder) toetsen of en hoe uitvoering wordt gegeven aan de ondertoezichtstelling.
Een andere optie is om zoveel mogelijk ruchtbaarheid te geven aan de problematiek. Dit doet bijvoorbeeld de rechtbank Zeeland-West Brabant door diverse uitspraken over dit onderwerp te publiceren. Normaliter zouden deze uitspraken lang niet allemaal gepubliceerd worden, maar nu wel met als doel dat er landelijke bekendheid komt.
Helaas zijn al deze middelen beperkt. Van belang blijft dat er aandacht is voor deze problematiek. Kinderen hebben er niet om gevraagd om in een moeilijke situatie terecht te komen. Zij hebben recht op hulp. Niet alleen goede hulp, maar ook snelle hulp.