Erhard Koekoek
Erhard Koekoek
Ze zijn er genoeg. Potentiële franchisenemers die zich met interesse melden bij een franchiseformule. De franchisenemer wordt ‘lekker’ gemaakt met prachtige omzetcijfers en veelbelovende prognoses. De franchiseovereenkomst wordt getekend, de franchisenemer doet een flinke investering en het ondernemen kan beginnen. En dan blijkt dat de prognoses onrealistisch zijn. Wat dan?
Als de franchisegever de (omzet) prognose zelf heeft opgesteld, dan handelt de franchisegever sneller onrechtmatig tegenover zijn franchisenemer.
De Hoge Raad schiet dergelijke franchisenemers te hulp.1 Als de franchisegever of iemand voor wie de franchisegever aansprakelijk is de (omzet) prognose zelf heeft opgesteld, dan handelt de franchisegever sneller onrechtmatig tegenover zijn franchisenemer dan wanneer het een prognose betreft die afkomstig is van een externe partij.
Tot op heden werd veelal aangenomen dat een franchisegever pas aansprakelijk is als hij wist dat de prognose onjuist was. Dat uitgangspunt werd zowel gehanteerd voor intern als extern opgestelde prognoses. De Hoge Raad heeft in een kwestie van retailer Street One echter duidelijk gemaakt dat dit uitgangspunt onjuist is. Er moet goed worden gekeken naar degene die de prognose heeft opgesteld. In de gevallen waarin de franchisegever zelf of iemand voor wie hij aansprakelijk is (zoals een ondergeschikte) het onderzoek uitvoert en de resultaten (prognoses) daarvan aan de franchisenemer verstrekt, is de franchisegever ook aansprakelijk zonder dat er wetenschap van de fouten in de prognoses hoeft te worden aangetoond.
Het enkele feit dat de intern opgestelde prognoses fouten bevatten kan dan al voldoende zijn voor aansprakelijkheid van de franchisegever. Het blijft weliswaar van belang dat de onzorgvuldigheid van de franchisegever heeft geleid tot de fouten in de prognoses, maar dat zal bij intern opgestelde prognoses al snel het geval zijn. Kortom, de franchisenemer die onjuiste interne prognoses heeft gekregen, kan een stuk gemakkelijker zijn franchisegever aansprakelijk stellen.
Naast de Hoge Raad deed ook het Gerechtshof Amsterdam recent een interessante uitspraak over onjuiste prognoses.2 Het betrof een franchisenemer van de franchiseformule Tot Straks. De franchisenemer was van mening was dat hem onjuiste prognoses waren verstrekt en stelde daarvoor zijn franchisegever aansprakelijk.
Wat was er precies aan de hand? De betreffende franchisenemer was door de franchisegever benaderd met e-mails als: “Wil jij minimaal € 1.000,- extra omzet per week?” en “Wil jij € 60.000,- extra omzet minimaal per jaar erbij?”. Tevens had de franchisegever tijdens een presentatie enkele sheets laten zien met cijfers. Onduidelijk was echter of het nu een omzetprognose betrof (zoals de franchisenemer stelde) of slechts om de potentie van de franchiseformule, gebaseerd op het aantal inwoners en huishoudens in de betreffende vestigingsplaats (zoals de franchisegever stelde). Verder stond vast dat er geen rapport of andere schriftelijke gegevens aan franchisenemer waren verstrekt met feitelijke (omzet)resultaten of omzetprognoses.
De franchisenemer kon hiermee onvoldoende duidelijk maken welke onjuiste prognoses hem waren verstrekt. De in de e-mails genoemde bedragen van franchisegever Tot Straks had de franchisenemer volgens het Gerechtshof “met de nodige korrels zout” dienen te nemen. De e-mails hadden volgens het Gerechtshof meer een promotioneel karakter.
Kortom, laat u als franchisenemer niet alleen verleiden door woorden en wat vage bedragen, maar juist en vooral door echte cijfers. Vraag uw (potentiële) franchisegever om concrete prognoses voor uw verzorgings- c.q. exclusiviteitsgebied. Een onderbouwing in een rapportage is eenvoudigweg onmisbaar. Indien het namelijk toch mis gaat, dan is het immers aan de franchisenemer om aan te tonen dat onjuiste inlichtingen/prognoses zijn verschaft. Met een concrete prognose in de hand zal dat een stuk makkelijker gaan. Gelukkig hoeft u als franchisenemer nu dus niet meer aan te tonen dat uw franchisegever ook wist van de fouten in de prognose.
1 HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:311 (Street-One arrest)
2 Gerechtshof Amsterdam 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455