Erhard Koekoek


De rechter heeft afgelopen maand een varkenshouder geholpen in een geschil met een nogal hardvochtige verzekeraar. De varkenshouder dacht met een Agrarisch Ondernemerspakket goed verzekerd te zijn voor schade aan fok- en vleesvarkens en voor bedrijfsschade, maar dat bleek niet zo te zijn. Wat was er aan de hand?

De varkenshouder ontdekte enige tijd geleden tot zijn schrik dat in één van zijn stallen 477 vleesvarkens door verstikking om het leven zijn gekomen. De ventilatoren waren die nacht uitgevallen en dat had dramatische gevolgen.

Nadat de varkenshouder de verzekeraar heeft gebeld, stuurt deze de volgende dag direct een onderzoeker om de oorzaak en omvang van de schade vast te stellen. Het blijkt dat de aardlekschakelaar is aangesproken, waardoor de varkensstal spanningsloos is geraakt. Zonder stroom is het ventilatiesysteem ook uitgevallen. Omdat de stroom wel vaker kan uitvallen, is er ook een alarminstallatie (op batterijen) aanwezig welke direct een melding moet geven op de mobiele telefoon van de varkenshouder. De techniek blijkt hier niet zijn werk te hebben gedaan, want de varkenshouder kreeg op het moment dat het echt nodig was geen alarmmelding. De oorzaak hiervan is niet te achterhalen.

De verzekeraar ontzegt vervolgens dekking van de schade, omdat het alarm van de alarminstallatie niet is afgegaan. In de polisvoorwaarden van de verzekering heeft de verzekeraar namelijk een uitsluitingsbeding opgenomen. Dekking van schade is niet aan de orde als het alarm niet is afgegaan. De varkenshouder laat het er niet bij zitten en start een procedure.

Juist nu een alarminstallatie met hoge eisen door de verzekeraar was voorgeschreven als noodzakelijke preventiemaatregel, had de varkenshouder daarin geïnvesteerd. De alarminstallatie bleek voor het overige ook te voldoen aan alle eisen. Het komt mij nogal wrang voor dat als je als verzekerde aan alle vereisten hebt voldaan, je toch niet verzekerd blijkt te zijn.

De rechter oordeelt dat het van essentieel belang is dat de verzekerde varkenshouder ervan op de hoogte is wat de omvang van de dekking is. En ook waarvoor hij zich aanvullend moet verzekeren. In dit geval stond het uitsluitingsbeding wel ergens in de polisvoorwaarden, maar de rechter maakt duidelijk dat dit niet per se voldoende is. De verzekeraar had op grond van zijn informatieplicht meer moeten doen. Bijvoorbeeld in het polisblad had hij kunnen opnemen waarvoor de varkenshouder zich aanvullend moet verzekeren. Zeker nu de verzekeraar hier een hard uitsluitingsbeding gebruikt voor een onverwachte situatie waarvoor je zou verwachten verzekerd te zijn. Het beroep van de verzekeraar op het uitsluitingsbeding is volgens de rechter dan ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Een terecht oordeel van deze rechter. Het ontzeggen van dekking door verzekeraars gebeurt in de praktijk niet zelden. Ondernemers blijven daardoor nogal eens met de (bedrijfs)schade zitten. Dit vonnis laat zien dat een verzekeraar daar niet altijd mee weg komt. De rechter liet de varkenshouder niet ook nog stikken en de verzekeraar moest de schade alsnog vergoeden. Dekking bleek dus toch wel aanwezig, al moest de rechter daarbij een handje helpen.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises