Catia Luis Fula


Na een zorgvuldige analyse van de financiële situatie van een onderneming, is een ondernemer soms genoodzaakt de onderneming te staken. Wanneer de betreffende ondernemer ook alimentatieplichtige is voor zijn kinderen, heeft dit extra gevolgen.

Na een zorgvuldige analyse van de financiële situatie van een onderneming, is een ondernemer soms genoodzaakt de onderneming te staken. Wanneer de betreffende ondernemer ook alimentatieplichtige is voor zijn kinderen, heeft dit extra gevolgen. Nu de inkomenssituatie van de ondernemer door de staking wijzigt, zal de maandelijkse alimentatie naar verwachting moeilijker op te brengen zijn. Maar is dit voldoende reden om de alimentatieplicht te wijzigen? Hiervoor wil de familierechter het antwoord weten op de volgende vraag: wat waren de redenen om de onderneming te staken?

Wijziging van omstandigheden

De redenen om een onderneming te staken zijn in een alimentatieprocedure relevant vanwege de voorwaarden die gelden voor het wijzigen van de alimentatie. Er moet sprake zijn van een relevante wijziging van omstandigheden, zoals het verlies van inkomen aan de kant van de alimentatieplichtige. Bij staking zal daar veelal sprake van zijn. Daarnaast moet vast komen te staan dat het inkomensverlies niet aan de alimentatieplichtige te wijten is. Bij staking van een onderneming wordt met name ingezoomd op de vraag of er goede redenen waren om de onderneming te staken. Een voorbeeld daarvan zien we terug in een recente zaak voor het Hof Den Haag.

De betreffende ondernemer exploiteerde een uitzendbureau (eenmanszaak). De werkzaamheden zijn op enig moment gestaakt en de man is vervolgens in loondienst gaan werken via een ander uitzendbureau. Het is voorstelbaar dat dit een forse wijziging in het inkomen van de man met zich meebrengt. De vrouw is van mening dat er bij de alimentatieberekening geen rekening gehouden moet worden met deze wijziging in het inkomen en het alimentatiebedrag ongewijzigd moet blijven.

Verwijtbare wijziging?

In de praktijk zou dit betekenen dat de man het alimentatiebedrag dat drie jaar geleden bij de echtscheiding is vastgesteld zou moeten blijven betalen. Een alimentatiebedrag dat gebaseerd is op zijn inkomen in een periode dat het financieel gezien een stuk beter ging met de onderneming. Hetzelfde alimentatiebedrag blijven voldoen blijkt voor de man een uitdaging te zijn; in loondienst ontvangt hij een aanzienlijk lager inkomen.

Voor de man lijkt hier bijna een onmogelijke situatie te ontstaan, maar dit is wel hoe de alimentatiewetgeving in elkaar steekt. Niet elke wijziging in het inkomen van de alimentatieplichtige kan zomaar een wijziging van de alimentatieplicht met zich meebrengen. Er moet vast komen te staan dat het inkomensverlies niet aan de man te wijten was. Voor de man betekent dit dat hij moet aantonen dat het staken van de onderneming financieel gezien de meest verstandige keuze was. Hierin speelt de financieel adviseur van de man een belangrijke rol.

Er worden twee omstandigheden aangedragen in de procedure als reden voor de staking.

De meest verstandige keuze

Allereerst worden de jaarcijfers van de onderneming van de afgelopen drie jaren in het geding gebracht. De onderneming had in 2017 een winst van € 48.677. In 2018 was er echter een forse daling en bedroeg de winst nog maar € 1.730. De man geeft als verklaring voor de daling dat een grote opdrachtgever had besloten niet met de man verder te gaan. Dit had zeer grote gevolgen voor de onderneming en vormde de grootste reden om de onderneming te staken. De gezondheid van de man vormde het sluitstuk van zijn betoog. Het tij keren ten aanzien van de onderneming was, gezien de gezondheidssituatie van de man, ook geen reële optie meer.

Het hof vindt het verhaal van de man voldoende aannemelijk. Het staken van de onderneming lijkt gezien de gegeven redenen de meest verstandige keuze te zijn. Het resultaat hiervan is dat het hof oordeelt dat de alimentatieplicht moet worden aangepast op basis van het huidige inkomen van de man.

Het hof neemt bij de beoordeling echter een terughoudende rol in: het is volgens het hof aan de ondernemer voorbehouden om te oordelen of het bedrijfseconomisch verantwoord is om de onderneming voort te zetten. Deze beoordeling zal in de praktijk veelal worden gemaakt door een financieel adviseur, voor wie in deze procedure dus een belangrijke rol is weggelegd. Een mooi resultaat voor de man, mogelijk gemaakt door een goede beoordeling van zijn financieel adviseur in samenspraak met diens advocaat.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises