Jaco van den Brink
Jaco van den Brink
De ICT-rechtspraktijk laat nogal eens zien dat omvangrijke ICT-projecten stranden. Vertrouwen tussen de opdrachtgever en de ‘bouwer’ is en blijft cruciaal, zeker als het om grotere (meerjaren)programmeerprojecten gaat. Een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland laat zien hoe het mis kan gaan en vertrouwen verdwijnt.
Wat was er gebeurd? De gemeente Amersfoort en de ontwikkelaar voerden een uitgebreid debat over de bruikbaarheid van (deels) ontwikkelde software. Dit na een jarenlange relatie en investeringen van ‘tonnen’. De uitkomst is nog onzeker omdat de rechtbank in dit vonnis meer technische informatie verlangt.
Enkele praktische en juridische opmerkingen
Voor wie iets dergelijks wil voorkomen: wederzijds verwachtingenmanagement aan de start van een omvangrijk softwareproject is van groot belang. Bespreek en leg vast: enerzijds het ‘programma van eisen en wensen’, en anderzijds de technische mogelijkheden en onmogelijkheden.
In deze casus beriep de gemeente zich op ontbinding van de overeenkomst en vorderde op grond daarvan een bedrag van circa € 800.000 aan betaalde facturen terug. De softwareontwikkelaar trachtte dit te pareren met het beding uit de overeenkomst waarmee zij haar aansprakelijkheid had beperkt. Dat gaat volgens de rechtbank niet op: de gemeente beriep zich niet op aansprakelijkheid, maar op ontbinding.
Ontwikkelaars zullen zich op dit punt bewust moeten zijn van de mogelijk beperkte formuleringen van hun (algemene) voorwaarden. Wellicht is aanpassing daarvan geboden, om ook op deze juridische fijnzinnigheid voorbereid te zijn.
Merkwaardig is wel dat de rechtbank op grond van ontbinding - wanneer de ontbinding terecht zou blijken te zijn - alvast oordeelt dat het volledige betaalde bedrag in dat geval terugbetaald moet worden. Wettelijk ligt immers voor de hand om na ontbinding nog wel te bezien of het geleverde werk een bepaalde waarde vertegenwoordigt (hoewel lager dan de betaalde prijs), die dan op de terugbetaling in mindering komt.
Ontwikkelovereenkomsten voor software gelden juridisch als overeenkomsten van opdracht. Het is echter het overwegen waard om deze overeenkomsten te plaatsen in de wettelijke sleutel van de overeenkomst van aanneming van werk. Dat zou er bijvoorbeeld toe leiden dat er een afgewogen wettelijke regeling voor ‘oplevering’ en beoordeling geldt, en eveneens voor de gevolgen van ‘opzegging in onvoltooide staat’. Het zou de duidelijkheid over de wederzijdse rechtsposities ten goede komen.
Hebt u te maken met een vergelijkbare situatie en hebt u behoefte aan juridisch advies? Voorkomt problemen en neem gerust eens contact op met mr. drs. Jaco van den Brink, advocaat ondernemingsrecht en bestuursrecht bij BVD advocaten.