Dico Bogerd
Dico Bogerd
Met de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is sinds 2015 de zogenaamde aanzegboete geïntroduceerd. Als werkgever bent u verplicht om minimaal een maand voor het einde van een tijdelijk contract de werknemer schriftelijk aan te zeggen wat er met de arbeidsovereenkomst zal gebeuren; wordt deze verlengd of niet?
De aanzegboete is op zichzelf een bepaling die vanuit het belang van de zekerheid van de werknemer te begrijpen is. Een werknemer moet immers op tijd weten waar hij aan toe is. Echter, in de praktijk schiet deze regeling haar doel – wat mij betreft – voorbij.
De volgende situatie doet zich in de praktijk regelmatig voor: een werkgever bespreekt mondeling met een werknemer dat het contract verlengd wordt. Goed nieuws voor de werknemer. Vervolgens bedenkt werkgever op het moment van de verlenging dat het voor de administratie wel handig is om het nog even schriftelijk te bevestigen. Dat is puur een formaliteit, want ze zijn mondeling al overeengekomen dat er verlengd wordt. Een mondeling afspraak is immers ook rechtsgeldig.
Het is al diverse keren gebeurd dat de werknemer vervolgens kort na de verlenging de arbeidsovereenkomst opzegt en dan – tot afgrijzen van de werkgever – de aanzegboete claimt. Over een dergelijke situatie wordt in de rechtspraak wisselend geoordeeld. De rechtbank Overijssel oordeelde over de situatie dat de werknemer zelfs een handtekening op de brief had gezet, maar hij de brief niet mee had gekregen. Daarmee was volgens de rechtbank niet aan de wettelijke eis voldaan en moest de aanzegboete worden betaald.
De kantonrechter Den Haag oordeelde circa een maand geleden dat de werknemer die zelf opzegt na verlenging, zich op grond van de redelijkheid en billijkheid niet op de aanzegboete kan beroepen. Daar is deze aanzegboete niet voor bedoeld. Er is immers geen onzekerheid bij de werknemer, dus hoeft er geen extra bescherming plaats te vinden.
Tenslotte oordeelde recent het Hof Den Haag over deze situatie. Die kiest echter de puur formele weg. Schriftelijk is schriftelijk. Als er niet (tijdig) aangezegd is, dan is de aanzegboete verschuldigd. Het feit dat het mondeling reeds is overeengekomen en dat er geen onzekerheid is voor de werknemer maken dit voor het Hof niet anders.
Kortom: zorg er voor dat u tijdig aanzegt, ongeacht of er verlengd wordt of niet. Want ook bij verlenging ligt de aanzegboete op de loer.