Dico Bogerd

Zoals u inmiddels in diverse media heeft kunnen lezen heeft staatssecretaris Wiebes in het achterliggende weekeinde aangekondigd dat de volledige invoering van de wet DBA wordt uitgesteld. Maar wat betekent het nu voor de praktijk dat de wet DBA in de koelkast is gezet?

Komt de VAR weer terug?

Een vraag die ik veel krijg is of dit nu betekent dat de bekende VAR weer terugkomt? Nee: de afschaffing van de VAR blijft van kracht. De wet DBA is aangenomen en dat wordt niet teruggedraaid. De volledige invoering van de wet wordt wel uitgesteld tot 1 januari 2018. Totdat extra duidelijkheid wordt verschaft over de begrippen 'vrije vervanging' en 'gezagsverhouding', wordt de wet niet gehandhaafd. Goedwillende opdrachtgevers en opdrachtnemers lopen geen risico; er worden geen boetes en/of naheffingen opgelegd.

Let op: ook voor hen blijft het van belang om de afspraken goed vast te leggen in een duidelijke overeenkomst van opdracht, waarin alle relevante aspecten van de samenwerking op fiscaal en juridisch gebied duidelijk zijn ondervangen. Er kan immers nog steeds controle plaatsvinden en daarmee risico op discussie of lastige vragen vanuit de fiscus.

Maar voor de rest maakt het allemaal weinig meer uit?

Het uitstel van de handhaving van de wet is helaas niet ongelimiteerd. Alle goedwillende opdrachtgevers en opdrachtnemers die hun zaken op orde hebben, lopen geen risico. Echter, de belastingdienst gaat wel handhaven ten aanzien van de evident kwaadwillende opdrachtgevers en opdrachtnemers. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het uitgangspunt is dat alle partijen als 'goedwillend' worden beschouwd, tenzij zij als 'kwaadwillend' zijn te kwalificeren. Laatstgenoemd begrip heeft de staatssecretaris toegelicht:

“Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast”.  

Dit juridisch geformuleerde antwoord van de staatssecretaris houdt kort gezegd in dat als duidelijk is dat iemand op opdrachtbasis werkt, maar toch gelet op de wettelijke criteria geen echte zelfstandige is, er alsnog een boete en/of naheffing kan plaatsvinden. In dat kader spelen met name de invulling van de gezagsverhouding en de vrije vervanging een belangrijke rol. Iedere situatie zal met deze criteria in het achterhoofd individueel moeten worden beoordeeld.

Arbeidsrechtelijke risico’s

De wet DBA gaat bovendien alleen over de fiscale gevolgen als iemand geen ‘echte’ zzp-er blijkt te zijn. Echter, naast de fiscale risico’s zijn er nog andere risico’s waar u rekening mee moet houden die niet in de wet DBA zijn geregeld.

Met name moet dan worden gedacht aan de situatie dat een zzp-er opeens claimt een arbeidsovereenkomst te hebben in plaats van een overeenkomst van opdracht. Dit kan zeer grote gevolgen voor u als opdrachtgever hebben. Denk daarbij aan de toepasselijkheid van de cao, pensioenvoorziening, etc.

Het feit dat de volledige invoering van de wet DBA wordt uitgesteld, verandert daar niets aan. Uw beleid moet daarom ook voorzien in de arbeidsrechtelijke risico’s van het inschakelen van een zzp-er.

Kortom

Op grond van het besluit van de staatssecretaris is het risico van het inschakelen van 'echte' zzp-ers beperkt wat betreft de fiscale gevolgen. Alleen als (over)duidelijk is dat iemand een schijnzelfstandige is en daarom in feite een werknemerspositie bekleedt, blijven de fiscale risico’s bestaan. De arbeidsrechtelijke risico’s die kleven aan het inschakelen van een zzp-er blijven overigens voor alle opdrachtgevers bestaan. Daar verandert dit uitstel niets aan. 

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises