Cornelis Klepper


Het kan u als werkgever zomaar gebeuren: u krijgt melding van een uit de hand gelopen confrontatie op de werkvloer. Blijft het bij woorden, dan is het afhankelijk van alle omstandigheden van het geval of een ontslag op staande voet kan volgen. Als er sprake is van een geweldsdelict, dan heeft de werkgever vrijwel altijd de mogelijkheid om de werknemer direct de laan uit te sturen. Iets dergelijks gebeurde bij een Postillion hotel. Twee vrouwelijke werknemers waren het blijkbaar zodanig oneens dat met een mes is gedreigd. De werkgever ontsloeg de betreffende werkneemster op staande voet. Recent gaf het Gerechtshof Den Haag een oordeel over de rechtmatigheid van dat ontslag (ECLI:NL:GHDHA:2017:1153).

Ontslag op staande voet na bedreiging

Wat was er gebeurd? Een werkneemster die sinds 2003 werkzaam was bij Postillion, kreeg op 1 februari 2016 ruzie met een collega. Zodanig ruzie, dat de collega haar een kopstoot gaf. Als reactie trok de werkneemster – die nota bene werkzaam was als keukenhulp – een keukenla open en nam een “groot broodmes” ter hand. Pas toen de ruziënde collega’s waren gekalmeerd, legde ze het mes terug. De werkgever vernam achteraf wat er was gebeurd en ontsloeg de werkneemster de volgende dag op staande voet. In de ontslagbrief meldde de werkgever dat mevrouw op staande voet was ontslagen vanwege 'het plegen van agressie en/of geweld tegen een andere medewerkster van Postillion'.

Rechter keurt ontslag goed

De werkneemster was het met haar ontslag oneens. Ze vroeg de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen, Postillion te verplichten om haar toe te laten tot haar werkzaamheden en Postillion te veroordelen tot doorbetaling van haar loon. Om de toedracht van het voorval duidelijk te krijgen, liet de kantonrechter zowel de ruziënde werknemers als een andere collega – die het incident had meegemaakt – als getuigen horen. De kantonrechter oordeelde op basis van de getuigenverhoren dat de werkneemster inderdaad een broodmes uit de la had gepakt en dat mes in een dreigende houding vasthield richting de collega. De werkneemster was daarom terecht op staande voet ontslagen en de vorderingen van de werkneemster werden afgewezen.

Tegen het oordeel van de kantonrechter ging de werkneemster in hoger beroep. Ze bracht naar voren dat ze weliswaar een mes had gepakt, maar dat dit gebeurde in het kader van haar werkzaamheden. Ze was immers keukenhulp en moest citroenen en komkommers snijden, waarvoor ze het mes nodig had. Verder wees de werkneemster op tegenstrijdigheden in de verklaringen van haar collega’s. Uit de ene verklaring bleek dat de punt van het mes richting de collega wees, in de andere verklaring stond dat de punt van het mes naar beneden wees.

In de vingers snijden

Het Gerechtshof maakt korte metten met de argumenten van de werkneemster. Uit de verklaringen blijkt immers in ieder geval dat de werkneemster een mes heeft gepakt en gedurende enige tijd heeft vastgehouden. Omdat dit tijdens een heftige ruzie gebeurde, acht het hof het niet geloofwaardig dat het mes werd gepakt om groenten te snijden. De vorderingen van de werkneemster werden daarom opnieuw afgewezen. Kennelijk sneed de werkneemster zich met het ongeloofwaardige verhaal in de vingers.

Deze column is ook geplaatst in Rivierenland Business.

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises